Oud worden (2)

Op 19 juni postte ik, met schroom, een verhaal over mijn leeftijdsgenoten. Over verwende pensionado’s die denken dat de wereld moet luisteren naar hun grieven en moet handelen naar hun kwalen. Die schroom kan ik nu bij het vuilnis zetten. Ik ben namelijk in goed gezelschap.
Want op maandag 3 juli schreef Julien Althuisius in de Volkskrant een column over hetzelfde ongemak: dat veel fietsende mannen en vrouwen van boven de zestig ongedurig, ongeduldig, gekrenkt en bozig reageren op een moment dat er even ruimte wordt gevraagd, bijvoorbeeld om een groepje kleuters veilig naar een stoep te loodsen.
Schande.

Sinds 2014 ben ik ook een pensionado op de fiets. Ik heb er ettelijke kilometertjes opzitten: de wereld ruim rond getrapt. Natuurlijk herken ik het gehannes van medeweggebruikers, vooral als ik haast heb. Maar om kleuters niet de ruimte te geven? Dat kan er bij mij niet in.
Schande.

Overigens rijden mijn fiets en ik al die jaren geheel schadevrij. Geen schrammetje op het lak, geen pleister op mijn lijf. Dat wil ik graag zo houden. Of dat vanzelf gaat? Dacht het niet. Het is opletten, uitkijken en anticiperen. Vooral in de ochtend, wanneer vrolijke scholieren in hordes me tegemoetkomen. Zij zijn met velen, rijen dik, zij maken geen ruimte voor een grijsaard op een oubollige Batavus zonder zo’n vrolijk gekleurd kratje voorop. Wat me dan te doen staat is afremmen en ruimte geven aan het jonge volk. Waarom niet? Omdat ik een motto heb: ongedeerd weer thuiskomen.

Deze week was het weer zover, vast opgetogen over hun toetsresultaten en vakantieplannen, werd ik klemgereden door een zwerm pubers. Ik stapte gewoon maar af. De achterste van het stel concludeerde, ik hoorde het nog net:“Aight. Dat is nog eens een relaxte oude vrouw, die doet niet zo moeilijk.”
Mede door dát compliment vervolgde ik opgewekt mijn rit en kwam ik ongedeerd, vrolijk en veilig aan op de plaats van bestemming.

Willie
8 juli 2023

This entry was posted in Perspectief, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.