Obsessie

Boven, op mijn favoriete pagina van de Volkskrant, ‘Dag in Dag uit’, staat een balkje met afbeeldingen. Tijdens een wakker moment merkte ik, dat er dagelijks een ander schouwspel te zien is. Weliswaar heeft de ondergaande zon een vaste stek, twee rietkragen links en rechts blijven ook steevast op hun plaats, maar daartussen veranderen de beelden. Er fladderen, rennen, vliegen, lopen, zogen, zwemmen of scharrelen beesten: een haan, vogels, een hond, een koe, een zeug, een hert, een hond, een zwarte zwaan. Soms is daar een mensenhand met een peillood.

Een paar dagen volg ik nu de veranderingen. Dan vraag ik me af wie gister op de redactie heeft besloten wáár vandaag de kip scharrelt? Of de vogels vliegen? Waarom staat de koe soms hier en dan weer daar? Waarom is er sowieso een koe? Of een zeug met biggetjes? Waarom zijn sommige beesten op een dag afwezig, en springen zij de volgende ochtend weer vrolijk rond? Heeft het te maken met het nieuws, het weer, de politiek of met de luimen van de redacteur?

Maandag 8 januari.
De hond springt over de eerste D. In het midden van de balk heeft de zon zeven stralen, drie zijn bevolkt met de vogels.
Rechts van diezelfde ondergaande zon zwemt de zwarte zwaan. Een stukje verder loeit de koe en als laatste, helemaal rechts, kraait de haan op de buigende rietpluimen.

Dinsdag 9 januari.
De haan pikt nu links een graantje mee, de zeug scharrelt met haar biggetjes richting zon. De zon zelf heeft bezoek van de koe. De middelste zonnestraal is vandaag vervangen door het peillood, vastgehouden door de elegante hand.
Kijk. Daar is de zwarte zwaan weer, rechts van de zon, ingetogen zwemmend naar het midden. De hond neemt een spurt richting rietpluimen, hij lijkt het hertje te willen vangen. Gelukkig staat het beest hoog en droog op het riet.

Woensdag 10 januari.
Twee van de drie vogels van maandag zijn beland op de D en de A. Met moeder big schiet het niet op. Begrijpelijk met minimaal vier zogende kindertjes.
Ook het peillood hangt onaangedaan. De zwarte zwaan is nog steeds in gedachten verzonken. De koe heeft een plaatsje gevonden op de U. De hond rent nog even hard naar rechts, helaas voor hem: het hertje is verdwenen.

Donderdag 11 januari.
Hert is nog niet terug. De hond zweeft bijna de pagina af. De haan blijft een worm of graantje zoeken, de zwaan is onvermurwbaar op haar vaste plek. Dit allemaal ter rechterzijde van de zon.
Helemaal links komt de zeug weer aangescharreld, ze heeft haar positie van maandag weer aangenomen. De koe staat op de N, de drie vogels zijn op de plek van gisteren gebleven.
Nu zie ik pas voor het eerst (sterke bril op) dat er ook twee kikkers meedoen: een op de oever, een op zijn ‘kikkers’ in een slootje: armen en benen flink uit elkaar.

Vrijdag 12 januari.
Wat nu? De zwaan is eindelijk verder gezwommen, de vogels zijn foetsie. Misschien naar zuidelijke landen? De hond doet weer een poging richting hert, het peillood is opnieuw uit de kast gekomen en moeder big nadert de zon. De haan kukelt bijna bij de kikkers in de sloot.

Beste mensen van de Volkskrant, ik heb het balkje van ‘Dag in Dag uit’ nu vijf dagen serieus gevolgd. Voordat het een obsessie wordt: willen jullie mij antwoord geven? Hebben jullie een plan, een visie achter dit gescharrel, gevlieg, gewroet, gezoog, gezwem, gefladder en gewandel? Of is het gewoon willekeurig?

Willie Lek
12 januari 2018

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.