“Kalender-oud”, deel 1

Het is niet meer zo,  dat “als ik goed om me heen kijk, alles gekleurd is.”              K.Schippers kon het mooi zeggen, maar toen was hij geen 76. Niet dat ík chagrijnig ben of depri, integendeel, het zijn eerder de grijze koppen in mijn omgeving die mij tot nadenken stemmen. Die mij vertellen hoe “kalender-oud” ik ben.

Ook het gedrag van mensen in de trein is niets onthullend: “Mevrouw, wilt u zitten?”      “Zal ik uw koffer dragen?” Ja echt, het gebeurt. Zeker ontzettend vriendelijk en beleefd, maar ja. De eerste keren is het even wennen, maar stiekem vind ik het fijn. Want, of ik het wil of niet, die vermaledijde leeftijd gaat heel stiekem opspelen, terwijl mijn hoofd nog zoveel wil stapelen. Daarmee bedoel ik: nog even dit, nog even naar de zieke buurman, dan dat, even later een trein pakken voor een lunch, de bibliotheek niet vergeten en ’s avonds naar de film. Elke dag stapels plannen en afspraken onder mijn geverfde (!) haardos, maar zoetjesaan moet ik aanvaarden, dat die stapel niet meer tot de hemel kan reiken.
Heeft de kalender misschien toch gelijk?

Willie, 27 februari 2024

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.