Live en toch dood

Live en toch dood

Ze is ingewijd. Zij weet sinds kort dat zijn bestaan berust op fantasie en traditie.
Acht jaar is zij nu, vijf jaar daarvan was zij een diepgelovige. Het eerste jaar was het omdat haar moeder op de eeuwenoude overlevering voortborduurde. Het meisje leerde schoen zetten, wat hooi en schimmel was en genoot, drie turven hoog, van de spanning. Al gauw nam zij zelf het heft in eigen gelovige handen. Samen met het speciale Sinterklaasjournaal, met haar juf op school, met grootouders en met alle folders en reclames creëerde zij zo haar Sinterpieten-wereld.
Zij kon niet anders dan zeker weten. Misschien was het wel ‘zogenaamd’ zeker weten.
Zoveel in een kinderleven gaat ‘zogenaamd’: vadertje en moedertje, winkeltje, schooltje, Sinterklaasje. Kan allemaal.
‘Oma, als jij nu vader bent, ben ik de moeder. Dan moet jij even naar werk.’ (!)
‘Oma, als jij nu kassa bent, kom ik betalen.’ Later moet ik het ‘zogenaamde’ geld ook weer ‘zogenaamd’ teruggeven.
‘Oma, als jij kind bent en ik ben juf, dan moet jij luisteren.’
‘Oma, ik ben Sinterklaas, dan ben jij Zwarte Piet met cadeautjes.’
Na een aantal jaren van spel en verbeelding komt de werkelijkheid. Vader wordt een heuse man die je de weg wijst, moeder een vrouw die raad geeft, of andersom. Een winkel wordt een voorziening, waar je slechts met echt geld terecht kunt. Een school een plek waar het niet altijd leuk toeven is. En jawel, Sinterklaas valt grovelijk door de mand. Hij is de verklede buurman.
Terug naar de ongelovige kleindochter.
Zij treurt er niet om. Nu mag zij meedoen met de groten: helpen gedichten schrijven of pakjes inpakken. Ze is ingewijd in de rituelen die volwassenen in stand houden. Dat doen zij van harte, omdat rituelen een eigenaardige eigenschappen bezitten van houvast en zekerheid.
De oudste kleindochter gelooft dus niet meer. Niet niets meer, gewoon niet meer. Dat maakt verschil. Want er is nog veel in haar hoofd, niets is namelijk te verregaand. Het duurt nog een jaartje of twee, voordat zij werkelijkheid en spel van het vijfdecemberfeest kan onderscheiden. Zo zingt zij nog uit volle borst mee, zet haar schoen en zoekt de mooiste wortel uit bij de groenteman op de markt.
‘Voor Amerigo’, de allochtone groenteman knikt begrijpend.
Zij is in wankel evenwicht, om het maar eens een klassieke term te gebruiken. Wanneer zij op zaterdagmiddag TV kijkt naar de intocht van Sinterklaas, weet ze het ineens weer zeker. Hij bestaat. Toch?
‘Mama’, vraagt zij achter een glas warme chocolademelk, ‘in Roermond is het wel de echte, hè ? Want er staat: LIVE.’

Willie, 4 december 2012

This entry was posted in Kleinkinderen, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.