Huizen kopen en bollen wol.

Huizen kopen en bollen wol.

Van de weeromstuit reizen we opnieuw af naar Gouda.
Gouda, de stad van de kaarsen en de kaas. Gouda, bekend om de kerstlichtjes in december en de stroopwafels. Het zijn geen slechte voortekenen.
De weg met de auto leidt langs een langgerekte waterweg, een aftakking van de grote Rijn. Ik weet niet hoe deze Rijn hier heet, weet wel dat het een mooie fietstocht kan worden. Ik schat mijn fietskansen in, het lijkt erop dat de teller stopt bij 21 kilometer. Alla. Dat gaat wel lukken. Op mooie dagen, met de wind in de rug, in de vroege ochtend. In de late donkere winteravonden gaat de fiets mee in de lightrail.
Rick neuriet wat onbestemd voor zich uit. Hij laat mij maar, glimlacht wat om mijn fietsberekeningen. Zo ieder zijn hobby, toch?
De maandagochtend, want dat is de tijd met het minste verzuim op mijnwerk, geeft geen file.
Voor de derde keer rijden we de kaarsjestad in en vinden een parkeerplaats vlak voor ons droompand. De straat oogt rustig, de plataan begint te kalen. Grote balderen in hun typische vorm liggen op de weg en vallen ongevraagd om ons heen. Maar er dan is er opeens wel vraag: “Goede morgen, heeft u belangstelling voor dit huis?” We kijken verrast op, een geven een geruststellend antwoord aan de “toekomstige” buurvrouw.
Dat op de hoek bij de haven toch dat kleine café is, tja. Bejaarde hells-angels komen hier hun dagelijkse portie bier (neem ik aan) achteroverslaan. Ik verheug me op deze levendigheid…..De haven is de tweede trekpleister van de straat. Oude zeilschepen met nog ouder masten en met hun kompas richting verre zeeën, liggen te wachten op hun kapitein. Ik ruik de verhalen.
Linksom komt de makelaar aangefietst. Haar jas is zorgvuldig uitgezocht, gelijk heeft ze. Min of meer het visitekaartje. De jeugd straalt van haar af: dat makelaardij slechts beoefend wordt door een leger wat oudere heren in Vovlo of ander gedegen voertuig wordt in een klap ontkracht. Ik mag haar wel. Het huis nog meer.
Een ingang met een granitovloer, naar links de werkplaats voor Rick. Met parket, met ramen met uitzicht op de straat. Met op roepafstand andere werkplaatsmeneren met duidelijke en onduidelijke (voor mij) ambachten. Houtbewerker, wikkeldraaier, bezemmaker en zo meer. Dat moet ruimte geven in ervaringen en kennis. Er is ook een fietswerkplaats. Gelukkig maar.
Zeventien treden naar boven vinden we een keuken met douche. De woonkamer heeft een erker, ramen met uitzicht op die plataan. We zien mogelijkheden die wij al stiekem in ons hoofd vormgeven. Slaapkamers daar weer boven. Een van hen zal een metamorfose moeten ondergaan.
De keukendouche pimpen we weg en we offeren een slaapkamer op: bad met uitzicht op de een oude toren, zou het allemaal gaan lukken?
Ineens ben ik “verkocht’ aan deze woning: er is ook nog een zolder. Niet om te slapen, niet om te wonen. Wel om mijn gedachten een plaats tegeven in de vorm van mijn bollen wol, de spullen van de krapwonende kinderen, de kerststal met al de 28 beelden, de schaatsen en de kampeerspullen.
De bejaarde vliegtuigen van Rick, de oude versleten voortent, plaats genoeg.
We dalen af, we verlaten het huis. Maar het gevoel blijft nog even.
Wij rijden terug en weten dat wij het kunnen: een huis zoeken en vinden dat passend is en geborgenheid zal geven.

Willie
December 2005

This entry was posted in In en om de Keizerstraat. Bookmark the permalink.

Comments are closed.