Dag 87 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 87. IJsberen

Wat is dat toch met een aantal mensen uit mijn leeftijdsdoelgroep? Wanen zij zich onaantastbaar? Hebben zij zó gezwoegd en geploeterd om Nederland op te bouwen, dat zij daarom nieuwe regels aan hun laars mogen lappen? Zijn ze misschien hardhorend en/of bijziend zodat zij de aanbevelingen van het RIVM niet meer tot zich kunnen nemen? Hebben zij oogkleppen op voor de dagelijkse werkelijkheid? Of schuilen zij genoegzaam achter “het zal mijn tijd wel duren”. Of erger: “Après nous, le déluge”.

Nu, ik stap voor stap mijn grenzen aan het verleggen ben, constateer ik met verbazing bovenstaand verschijnsel.

Vanmorgen in een supermarkt.
Een grijze, rijzige dame en een jonge vrouw met een kleuter. Zij staan in de rij voor de kassa.

De dame rukt op. De moeder kijkt om.

‘Mevrouw, wilt u een beetje afstand houden?’
‘Guttegut, ziet u ijsberen op de weg?’
‘Ja, mevrouw.  Ik zie beren op de weg. Want we weten nog niets zeker.’
‘Nou, ik wel. Ik weet dat ik me niet meer laat opsluiten. Ik ben niet bang voor die coronaberen.’
‘En wij dan?’ Beduusd wijst de jonge moeder naar haar kindje.
Halsstarrig haalt de dame haar schouders op, zij zucht zo diep dat  eventuele aerosols uit haar mond hun kans schoon zien om de hele winkel als speelterrein te omarmen. Daarna schuift zij theatraal een millimetertje naar achter.
‘Zo goed?’
Het gesprek staakt, moeder houdt wijselijk haar mond en rekent af. Haar peuter huppelt de winkel uit.

Wanneer de dame, die niet wilde wijken, met een zwierig gebaar afrekent, zucht zij nogmaals. Vervolgens loopt zij langs de tafel met ontsmettingsmateriaal. In mijn ooghoeken zie ik een flesje gel in haar tas verdwijnen.
Ik ben te overdonderd om er gewag van te maken.

Thuis ijsbeer ik een paar rondjes rond onze eettafel om te begrijpen wat er toch allemaal gebeurt.

Morgen, dag 88. Barbertje

Willie, 9 juni 2020

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.