Dag 23 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 23. Langs

‘We komen even langs, deze week.’
‘Even langs komen’, welke taalpuritein krijgt hier niet de koude griebels van?
‘Je komt niet langs, je komt binnen.’ Oei oei oei.
Maar nu is het anders. Vandaag zijn gade en ik wel ‘langs gekomen’. Meer zit niet in het vat.
Onze stoere oudste schoonzus, fragiel in de breedste zin van het woord, mag niets te maken krijgen met corona. Maar is wél jarig vandaag.

We gaan, met een mand met lekkers, met een chalk-stift en wat doorzichtige folie naar mijn geboortedorp. Daar woont zij al sinds haar huwelijk met mijn broer.
Goed. Jarig. Geen kus. Geen schouderklop. Geen gekrioel.

De zon schijnt. Buiten staat een tafel, strak tegen het raam, gedekt met lekkers. Schoonzus in de kamer, wij op het terras. In spiegelschrift, met de chalk-stift en op de folie, schrijf ik, namens mijn andere twee zussen, hoe trots we op haar zijn.

Als ik de p en de b omdraai (doe dat maar eens in spiegelschrift), knikt zij, vanuit haar woonkamer, bestraffend. Haar duim gaat omhoog wanneer ik mijn fouten herstel.

Als afscheid drukken we onze handen tegen het glas.

Morgen, dag 24. Triage

Willie, 6 april 2020

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.