Peertjes

‘Komen jullie op mijn verjaardag bij ons eten?’ een vraag die ik in 2006 stelde aan mijn broers en zussen. Zij antwoordden, more or less, met een schuchter ‘ja’. Maar ze kwamen wel, allemaal. Natuurlijk, want zo zijn we. Met alle aangetrouwde vrouwen en mannen in de kielzog. Wat zij toen nog niet wisten is, dat mijn lief, de liefste man en de beste kok van de hele wereld is. Dat was even een verrassing.
Hij werkt, om de gasten te verblijden, meters kookboeken door en zoekt recepten met correcte kleuren en passende geuren. Maakt zelfs divers eten bij verschillende gelegenheden. Komen onze kinderen eten? Komen broers en zussen eten? Zijn wij een avondje samen? Er is verschil.
Goed, even terug naar de zo onverwachte geplogenheid van ‘eten op de 19de van de maand november’.
Ik ben dan de gastvrouw, dek de tafel, poets het zilver (!) en vouw behendig servetten tot een bloem of vogel. Samen redden wij het wel, lief en ik. Dat wisten zij vijf jaar geleden nog niet, de broers en zussen: Annie, Joop, Jeane, Riet, Kees, Cock en Hennie. Wat zullen zij gedacht hebben?
‘Tja, onze zus in de grote stad, in Gouda, potjandorie nog aan toe, zal dat wel allemaal goed gaan? Ook nog een huisje in de binnenstad, gossegos.’
Gemeende bezorgdheid, begrijpelijk.
‘Komen jullie op mijn verjaardag bij ons eten?’ De vraag is nog steeds actueel, maar ook al een traditie. Rick denkt en kookt opnieuw, ik schil wederom Wilde Giezemannen, met hun weerbarstige schil. Voor iedere gast twee, want ik vind schillen het een rotklus. Eenmaal in de pan, op het laagste pitje is daar de geur door het hele huis van peertjes, kaneel en rode port: dat is de geur van jarig zijn in Gouda.
Ik zou het voor geen goud meer willen missen, jarig aan de grote tafel, met alle verhalen van vroeger. Historie die ik herken, ook verhalen waarbij ik soms even moet nadenken.
Hoe dan ook, nu zijn ze geschraagd door mijn grote liefde.

This entry was posted in November 2011. Bookmark the permalink.

Comments are closed.