De

De meisje loopt in de donkere bos. Zij draagt de mandje vol met lekkers van haar moeder. De stukje taart, de flesje wijn, de fruit zit netjes onder de geblokte doekje.
Zij mag niet van de paadje, want daar dreigt de gevaar. Misschien wel de geweer van een jager of, erger nog, de geroep van een hongerige wolf.
De kapje van de meisje is rood, de huisje van haar oma ligt diep in de woud. De donkere struikgewas is dicht, zij moet haar best doen om de weggetje te vinden.
Onderweg plukt ze de boeketje voor de oude zieke vrouwtje, haar grootmoeder.
Wolf was haar voor en at oma op. Hij zette de mutsje op, de brilletje ook en trok de nachtjaponnetje aan.

De verhaal is verder bekend. Boontje kwam om zijn loontje. De goede overwint de kwade. Uhh? Geen verschil tussen de goede en het goede?

De gebruik van de lidwoord is in de uitverkoop, ongeacht de betekenisvolle nuancering bij de gebruik van het en de.
De taalgebruik zal immer in beweging zijn, maar ik wil de raffinement van woorden kunnen blijven voelen.

Willie, 6 november, 2011
(Zie: Onze taal, November 2011)

This entry was posted in November 2011. Bookmark the permalink.

Comments are closed.