Zomervakantie

-wat zoal niet ter sprake kwam-

“Rustig op de weg, hè. Waar is die zwarte zaterdag eigenlijk?”
“Ik neem een krentenbol. Jij ook een?”
“We halen Luxemburg precies, even niet harder rijden dan 110.”
“O.”
“Scheelt toch veel, hoor, die benzineprijs.”
“Nemen we meteen even twee koffie met een lekkere flan”.
“Als we nog maar een keer pauze nemen, zijn we om vier over zeven bij Rogier en Sandra.”
” ‘k Wil een ijsje”.
“Bergen verbazen me altijd, waarom vind ik ze toch elk jaar weer zo mooi?”
“Is er nog koude cola in ons voertuig?”
“Ik hou van je.”
“Oef, vergeten, het adres van Annewil.”
“Drie weken is lekker lang, ik was er wel aan toe.”
“Mis jij de politiek al?”
“Zo, die rijdt even stevig door.”
“Kijk, daar ligt nog sneeuw op die toppen.”
“Uhh, deze haring hier, die twee daar. Die staat weer voorlopig.”
“Pastis?”
“Als we vanavond pasta koken, bakken we morgen pannenkoek.”
“Kijk, een vleermuis.”
“Zijn er toch veel sterren hier.”
“Weet jij waar de tandpasta is?”
“Vijfendertig graden, ik ga onder een boom.”
“Goedemorgen, een croissant en een Nescafe!”
“Is het nu vandaag woensdag of donderdag?”
“Ik ga zwemmen, tot zo.”
“Zet je even je naam op de ansichtkaarten?”
“Luister’ns, ik hoor onweer in de verte.”
“Zal de tent het nog houwen?”
“Tuurlijk.”
“Als we morgen alles droog inpakken, gaan we lekker in Orange in een hotel.”
“Goed plan.”
“Slimme Willem, grond hier erven.”
“Kaartjes voor het oude amfitheater morgenavond? Al zou Joling hier optreden, dan wilde ik nog erheen.”
“Daar zitten we nu, met z’n duizenden. Wat een geluksvogels zijn we toch.”
“Rare jongens, die Romeinen. Eerder slimme jongens.”
“SMS-je uit Nederland. Het miezert er. Verder is alles goed.”
“Begin ze allemaal wel te missen.”
“Drie weken is lang genoeg, hè?”
“Tja.”

Willie
17 augustus 2009

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.