Ik goochel en google Buggaboo.

Het Vondelpark heeft zichzelf versierd. Niet zo moeilijk wanneer je een mooi oud park bent met kolossale bomen en de herfst nadert. De kleuren rood in alle scharkeringen, van dieprood naar bruinrood, hangen zomaar aan de takken. Bruin ligt al tussen bessenstruikjes en geel neemt sprongetjes met de kleine zuchtjes wind. Tussen dit feest bugaboo ik met de kleine Hannah. Zij weet van niets, ze slaapt. Haar voertuig, een bijzonder slim en efficient ontwerp voor wandelen in de stad, loopt zo licht dat ik bijna gelijke tred houd met de joggers die in grote getale passeren. Hun outfit is aangepast aan de normen van Amsterdam en Vondelpark. Stijlvol doch niet stijf. Hip doch niet modern. Ook ik heb me er voor gekleed: wandelen in het Vondelpark doe je niet in een boezeroen.
Terug naar de Bugaboo. Ik vraag me ineens af waar de naam vandaan komt. Een verbastering van babytaal, een authentieke plek op de wereld, waar je als het er op aan komt alleen maar makkelijk kan komen met deze uitvinding? De naam van de slimmerik die alle wieletjes, schroefjes en indrukknopjes zo heeft geplaatst dat een kind de was kan doen? Ik mijmer verder en besluit dat het gegoogled gaat worden. Er valt heel wat te lezen, buggaboo komt voor in songs, als geografische namen, als idioom en in dialecten. Maar bovenal wordt er veel gehandeld met de Buggaboo. Het is een geliefd artikel. Een woordenboek geeft toch uiteindelijk een bevredigende verklaring: buggy is een rijtuigje, en boo is slang voor boyfriend or girl. Mooi zo. In een rijtuigje helemaal naar Vondelpark!
Wanneer ik in de namiddag de Bugaboo in elkaar wil klappen goochel ik wat met die wieletjes en indrukknopjes. Na enkele verwoede pogingen heb ik niet het gewenste resultaat en sjouw dan maar de hele santekraam, inclusief het babytje, drie trappen op. “You are buggable” is nu even van een andere orde.
Hannah, mijn boo, slaapt door alle consternatie heen. Haar naam, nog steeds trots op het kamerraam, wordt door de zon geschaduwd op de houten vloer. Linksom of rechtsom hetzelfde. Schaduw of niet, HANNAH is andersom ook HANNAH, het is de zon om het even! Ineens is haar naam weg van de vloer, het loopt tegen half zeven, er komt leven in haar brouwerijtje. Gepruttel, gebrrru, ge-oem en ge-unn. Tijd voor de fles, zorgvuldige melk, gespaard door haar moeder. Zonder moeite en met zichtbaar genoegen neemt zij wat zij drinken kan: drie minuten later is daar de verplichte boer en de dankbare glimlach. Ik vlei haar in de box, waar een klein kermisje zich boven haar hoofd afspeelt. Prr-ta-lie-loe, Kikker en Poeh hangen felgekleurd boven haar hoofdje en draaien op verzoek mee op muziek van Mozart, Beethoven of Chopin. Deze vrolijke installatie bevordert, wie weet haar voorliefde voor klassiek, de drie bungelde beesten zijn er niet minder om. Zij vertellen de verhalen waar het om gaat. Prr-ta-lie-loe als vrijheidsstrijder, Kikker als prakticus en Poeh als filosoof. Mooi. Wanneer Hannah genoeg heeft van deze input, pak ik haar op en zing het al oude wijsje van mijn moeder. Zachtjes legt zij haar bolle wangetjes op mijn schouder en ik herhaal vele malen: “Maantje tuurt, maantje gluurt…” Samen vallen we in slaap en de tijd is aan ons, zonder goochel en zonder google.

Willie
14 oktober 2007

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.