Beperkingen

Deze week schreef ik mijn vijftiende ZKV (Zeer Kort Verhaal), 150 woorden gebruiken was een zelf opgelegd limiet. Een beperking die niet altijd meeviel, maar het lukte. Veel moeilijker lijkt me een boek te schrijven waar de letter e niet in mag. Zo’n boek bestaat echt. Of waarin de auteur de werkwoorden hebben en zijn niet mag of wil gebruiken. Ga de uitdaging maar aan!

Beperkingen opleggen, uitdagingen aangaan: een nieuwe filosofie.
Het houdt je namelijk weg van dagelijkse rompslomp, want gedachten moeten kronkelen om binnen de opgelegde grenzen een acceptabel gedachtengoed neer te zetten. De grijze hersenmassa maakt overuren, verdriet en sores staan even op het tweede plan. Dat niet alleen, er komen als vliegen op de stroop nieuwe vergezichten of mogelijkheden aangevlogen.

Jonge kinderen zijn meesterlijk in het bedenken van beperkende regels: “Als jij de vader speelt, ben ik de moeder.” Klip en klaar.

Vaak heb ik, met kleinkinderkleuters, Lava gespeeld. Dan zijn, bijvoorbeeld, rode stoeptegels verboden terrein, of een tegel met herfstblaadjes. Het is in alle gevallen niet meer en minder dan een poosje vertoeven in een andere wereld.

Op een mooie zomerdag in deze maand deed ik weer mee met Lava. Terwijl kleindochter hupte van de ene Lava-vrije plek naar de andere en ík voorzichtig mijn oude botten probeerde te sparen, kwamen pardoes haar vragen. Uit háár andere wereld.

Of je lief bent kies je zelf, maar braaf ben je gewoon altijd, toch?
“Oma, wat doe jij eigenlijk met nutteloze geheimen?”

Je zou denken dat ik, als gepokte en gemazelde dame op leeftijd, op die zonovergoten dag, behoedzaam springend van steen naar steen, hier passende antwoorden kon formuleren.

Nee dus. Nu maar weer eens een uitdaging bedenken.

Willie, 30 augustus 2022

 

This entry was posted in Kleinkinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.