4.25 uur. Week 25. Dag 6

Zomertijd, wintertijd, het is mij om het even. Ik lig er geen minuut wakker van, krijg geen hoofdpijn of andere aandoeningen  en ik sta net zo vrolijk weer op.
Zelfs mijn avondmens-man behoudt zijn eeuwig goede humeur, iets wat niet klopt volgens kenners, want avondmensen komen door de zomertijd serotonine te kort, dus worden ze brommerig in de eerste weken. Nooit iets van gemerkt.

Vandaag verscheen de zon nog ter kimme om 6.27 uur en houdt hij het om 19.05 uur voor gezien. En hopla, het is al te lezen: morgen is het om 7.25 uur pas licht en om 20.06 uur mogen de kaarsen aan. (Daarom was het ooit begonnen, om het besparen van kaarsen; de oliecrisis deed de rest.)

Het zal de heren Zanglijster, Merel en Roodborst een zorg zijn, zij blijven hun bruilofstzang in het vroege voorjaar twee uur vóór zonsopgang luidkeels ten gehore brengen.
Door de ijle ochtendlucht komt hun uitnodigende gezang makkelijk bij de vrouwtjes terecht. Laat dat nu de bedoeling zijn.

Ik sluit vanavond ons slaapkamerraam, want 4.25 uur is wel héél vroeg, heren!

Willie,
29 maart 2021

This entry was posted in Corona, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.