Wagenpark

Hoera! Daar is ie weer, de ochtendwandeling, om mijn corona stress de baas te blijven. Deze dagelijkse tocht heet: ”Rondje begraafplaats”. Overigens klinkt dat luguberder dan het is. Vanuit ons huis gerekend, is het een half uur gaans, net voorbij die dodenakker keer ik terug. Niets meer en minder dan een tijdspanne.

Vrijdag:
Ook bij het krieken van de dag zijn er begrafenissen. Een lijkwagen glijdt stapvoets over de dijk, de familie is veilig binnen. Vrienden, buren en collega’s vormen in de berm een erehaag. Covid-19 hè.
Tussen de geparkeerde auto’s houd ik mijn wandelpas in. Plots valt mij iets bijzonders op: alle auto’s lijken hier op elkaar. Niet te groot, niet te klein, weinig opsmuk, veel tinten grijs, blauw en zwart. ‘Middenklasse’ zeg maar. Mijn nieuwgierigheid is gewekt. Is dit toeval, heeft deze overledene zijn of haar leven geleid tussen de Jan Modalen? Zijn het de normen en waarden van de familie, waar de dode zich aan houden moest? (Doe maar gewoon dan doe je gek genoeg?) Of zijn het de verzamelde vrienden? Of is het een gevolg van een arbeidsverleden?

Maar een vehikel, beschilderd met felgekleurde papegaaien en zinderende bloemen, wat doet het hier? Ik fantaseer dat de eigenaar een oude jolige oom is, de paradijsvogel van de familie. Altijd leuk als ie kwam, iedereen opgelucht als hij zijn bolide weer startte.

Maandag:
Na drie dagen is het opnieuw  raak. Drukte alom op de IJsseldijk. Weer houd ik mijn pas in, geef ik ruimte aan de nabestaanden. Ondertussen laat ik mijn blik vallen op alles wat geparkeerd staat. Nondedju, dat is nogal wat. Dikke jaarsalarissen op vier wielen. Niet twee of drie, ik tel er achttien. Er is één uitzondering: dat oude, tot in de puntjes onderhouden Opeltje. “Vast van de trouwe huishoudster”, besluit ik, terwijl een herfststorm me bekant in het water doet belanden.

Is het een wet van Meden en Perzen, dat mensen medestanders in hun leven verzamelen met gelijke behoeften? Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur, opvallend vind ik het zeker, gezien mijn observaties bij het IJsselhof.

Vandaag, ik was wat later vanwege een plensbui, werd dit idee nogmaals versterkt.
Wat een allegaartje, wat een schroothoop, wat veel overbodige knalpijpen en opgelapte karren. Wel in alle kleuren van de regenboog! Luid schalde André Hazes tussen de vallende bladeren door.

Zo zie je maar: ieder krijgt zijn wagenpark, dat hij heeft gecreëerd. En verdriet klopt op elke autodeur.

Willie, 6 oktober 2020

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.