Dag 77 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 77. Mevrouw Helderder

Gottegottegot, wat kan zij schoonmaken, Mevrouw Helderder. Zij heeft een bloedhekel aan viezigheid en dieren. Haar dochter Aagje mag niet spelen en wordt angstvallig schoon gehouden. Heeft zij haar gesteven witte jurkje beduimeld, toen zij stiekem met Pluk tolde? Gelukkig is er een “hou-maar-aan” stomerij. Hups, zo met kleren en al, een soort stoomkast in, zodat zij weer naar haar moeder durft. Zo smetteloos als een eerste melktandje.

Mevrouw Helderder, de maltentige dame uit het onverwoestbare boek “Pluk” van Annie M.G. Schmidt, past wonderwel in dit coranagespuit en gezeep. Want, binnen háár handbereik zijn daar: spuitbussen vol met een desinfecterend goedje (zij had er altijd een in haar schortzak), emmers met sop, nattige doekjes voor de kleine klusjes. Aan het eind van het verhaal maakt een list met Hasselbramenjam korte metten met haar obsessie. Zij wordt zelfs baldadig.

Mijn deurknoppen zijn schoon, mijn pinpas is gereinigd, mijn sleutelbos ligt in de stralende zon, de was draait heter dan ooit, mijn handen mét de tien vingers en mijn polsen vertonen droogteverschijnselen, ik kuis de trapleuning. Ik krijg bijna mysofobie. Of is smetvrees nu het Nieuwe Normaal?

Zodra onze grootgrutter Hasselbramenjam in zijn schappen zet, kent mijn hamsterwoede geen grenzen.

Morgen, dag 78. Pinksteren

Willie, 30 mei 2020

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.