Dag 74 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 74. Overgang.

“Mensen zijn sociale dieren: als er gevaar dreigt, zoeken ze bescherming bij elkaar. Maar bij een virus moet je dat juist niet doen en dus ingaan tegen je instinct. Dat kost energie en na een poos word je dat zat”, vertelt socioloog David Bos. “Bovendien lijkt het nu alsof de eerdere voorspellingen overdreven waren: een grootschalige ramp is immers uitgebleven. Maar dat is nu juist te danken aan het feit dat we, vanwege die voorspelling, ons gedrag hebben aangepast.”
Bos vervolgt: ”Maar mensen krijgen het benauwd thuis, dus zoeken zij de ruimte.’’

Is het daarom dat ik vanmorgen vroeg richting kleinkinderen fietste? Had ik het benauwd thuis? Echt niet.
“Eigen haard is goud waard”. Nog nooit heb ik de afgelopen weken dit oubollige spreekwoord zó bewaarheid gezien. Vanuit “onze haard” leerde ik de corona wereld overzien en accepteren.

Het is iets anders, waarom ik het benauwd krijg. Het is kleinkinderenwee.
Dat blijft. Als dan, op een mooie woensdag de strakke noordenwind en de felle zon de virusjes gaan verdunnen, durf ik.
Ik mág ook, want dochters en zonen blijken zuinig te zijn op hun moeder:
‘Welkom mam. In de tuin is een hoekje met een lekkere stoel, neem je eigen broodje mee, maar ik heb ook alle deurknoppen gesopt.’

“Mam” vertrok dus bij het ochtendgloren en schommelde anderhalf uur later in een tuin vol met bloemen, vlinders en twee jonge meiden.

‘Oma, wat zie jij er vrolijk uit!’ dat was vandaag met recht een “zachte” overgang.*) Ik had het in mijn stoutste droom niet durven hopen.

Weer even wennen.

Morgen, dag 75. Moeite

Willie, 27 mei 2020

*) Zachte overgang”, de Volkskrant, 25 mei 2020)

This entry was posted in Corona, Kleinkinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.