Dag 59 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 59. School

1) “aap, noot, mies, wim, zus, jet, teun, vuur, gijs, lam, kees, bok, weide, does, hok, duif, scha-pen.”

2) “aap, roos, zeef, muur, voet, neus, lam, gijs, riem, muis, ei, juk, jet, wip, does, hok, bok, kous.”

3) “jaap, gijs, dien, zus, boe (baboe?), oom, waf, vuur, rook, tol, zeil, de neus, het huis, een schip.”

Dát waren nog eens tijden, een stille vete om leesplankjes.
Leren lezen? Hoorde je als kind bij de openbare/protestantse richting: de eerste.
Was je toevallig uit een katholiek nest: nummer twee.
Of had je vader een vette baan in voormalig Nederlands-Indië? Was er een “boe” ter ondersteuning van allerlei (!) activiteiten in het gezin? Plankje drie.

Wat ik me vandaag afvraag:
Waarom leerden de roomse kindertjes wel de “ou”?
Waarom leerden de openbaar/protestante leerlingen de “eu” in het woordje “teun”, en de katholieke kindertjes het in “neus”? Wat een gedoe.
Over het Nederlands-Indië plankje maar even te zwijgen.

Mei 2020. Juffen en meesters hebben deze dagen iets anders aan hun hoofd dan de “ee” aanbieden óf met “zeef” óf  met “kees”.
Waar het nu omdraait, is waar het écht om gaat in het onderwijs: hoe stellen we leerlingen gerust? Hoe helpen we, hoe troosten we, hoe geven we moed, hoe laten we vertrouwen zien, hoe bieden houvast en toekomst?

Daarbij even, een extra, een niet te onderschatten opdracht: hoe krijgen we de jongens en de meisjes veilig binnen, via een trapje, via een glijbaan, via een hinkelparcours? Hoe gaan we om met gefrustreerde ouders? Hoe spreken we vaders en moeders aan, wanneer hun lontje een beetje te kort is geworden?

Ik denk, dat menig onderwijsgevende het geneuzel om aap, noot, mies graag wil ruilen met de bezorgdheid, die zij voelen om corona 2020 en “hun” kindertjes.

Morgen, dag 60. Plogging

Willie, 12 mei 2020

This entry was posted in Corona, Kinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.