Dag 57 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 57. Moederdag

Van Noorwegen tot Indonesië, van Malawi tot Luxemburg, overal op de wereld, maar dan ook écht overal, wordt Moederdag op verschillende dagen of zondagen gevierd. Het hele jaar door.
Noorwegen opent de reeks. De Noren kopen voor hun mor, die haar feestje viert op tweede zondag in februari, parfyme en sjokolade. Ik denk dat floral in die koude wintertijd daar onbetaalbaar zijn.
Indonesië is eind december de hekkensluiter, drie dagen voor Kerstmis  wordt ibu in het zonnetje gezet. Zij krijgt coclat of tananam.

Vanmorgen fietste ik heel vroeg langs ’s Heeren wegen. Alle bloemetjes waren voor mij buitengezet. De bermen en slootkanten konden hun weelde nauwelijks aan.

Mijn einddoel was een dochter, namens nóg een dochter en twee zonen. Glimlachend ontmoetten wij elkaar, wij haalden een beetje onze schouders op, en begonnen aan een wandeling door weilanden en langs slootjes.

Hoe saai is het om te weten hoeveel kikkers wij gehoord hebben, hoeveel jonge zwanen er zwommen, hoeveel ooievaars gezien, hoeveel jonge eendenkuikens, futen en meerkoetjes we geteld hebben?

Hoe saai is het om te weten, dat wij ruim tien kilometer genoten van groen, kroos en de reuk van aarde?

Hoe saai is het om te weten, dat een moederdagzoen niet op mijn wang geplant kon worden, maar er wel een plant in mijn fietstas verdween? (En een bosje lathyrus.)

Ik fietste terug naar huis, terwijl ik een regel van een liedje, van heel lang geleden, maar niet uit mijn hoofd kreeg: “De glimlach van een kind…”

Ook bedacht ik, alweer tussen boterbloem en fluitenkruid, dat ‘je kind’ niet leeftijdsgebonden is. Voor een moeder, (dat mag nu even vandaag) zit aan ‘je kind’ geen houdbaarheidsdatum.
Met andere woorden: “Je kind blijft altijd je kind.”

Morgen, dag 58. Kasteel

Willie, Moederdag 2020

This entry was posted in Corona, Kinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.