Kaartenkringloop.

De kleuren zoek ik zorgvuldig uit. Een kaart met rode klaprozen plak ik op een rood Aviertje, het bruggetje van Van Gogh krijgt een licht bruine achtergrond. De stoel van deze onfortuinlijke schilder gaat op groen. De vissen van Escher komen op een grijs papier, zonnebloemen op geel. Een ansicht met een porseleinen pop belandt op roze, een herfstig bosgezicht kleeft nu op oranje. De klaprozen en het bruggetje, de vissen en de zonnebloemen, de pop en het bos zijn gevonden in de grenzeloze verzameling kaarten van dochterlief. Haar doos met herinneringen, en die zijn er veel, staat stillig en stoffig op mijn zolder. Elke kaart vertelt zo zijn verhaal. Elke kaart is ooit verzonden en ontvangen om diverse redenen. Er was een ongeluk, een verre reis, nog een verre reis, een heimwee, een ruzie, een liefde, een behaald examen, een vriendinnenstory of een loos moment van de schrijvers!
Tijd voor een tweede leven voor deze post. Dus, beplakt en bepakt gaan de kaarten en ik, richting ROC, educatie.
Vandaag verwelkom ik een, voor mij, nieuwe groep in de alfabetisering. Zij zijn reeds twee jaar op les. Zij kunnen hun personalia opdreunen, wie ben je, waar kom je vandaan, wat is je adres, heb je kinderen, ben je getrouwd, wat is je hobby. Eindeloos geoefend. Ik ben van plan die gegevens uit de administratie van mijn voorganger te halen. Om op mijn manier de cursisten te leren kennen gooi ik de kaarten in de strijd.
Goedgemutst schuifelen acht allochtone dames afwachtend het lokaal binnen. Goedgesluierd past beter. Geen mannen aanwezig, ik ben altijd onder de indruk van het doorzettingsvermogen van vele gesluierde vrouwen.
De late zomerzon schijnt op de stapel kaarten. In de taal, eigen aan deze doelgroep, laat ik zien wat de bedoeling is. “Pak een kaart die vandaag bij je hart hoort.” En dan, plots, ontstaat er een andere dynamiek. Eerst wat giechelend, maar al snel bloedserieus.
Het wordt heel stil rondom de tafel met foto’s, plaatjes, vergezichten, sprookjes en natuurverschijnselen.
Een kaart wordt gepakt, teruggelegd. Er wordt gewikt en gewogen, geaarzeld en besloten. Soms is er ogenblikkelijk een keuze.
Dan gaat de bezitster terug naar haar stoel en mijmert voor zich uit.
Aniha koos de zonnebloemen. Ik geef haar groot gelijk. Haar leven, ze is nog jong, heeft veel voor haar in petto. Gelukkig getrouwd, kindje op komst, een echtgenoot die ruimte biedt voor haar ontwikkeling.
De vissen zijn nu in het bezit van een Bosnische. Niet omdat zij zich hier in Nederland als een vis hier in het water voelt, integendeel. Zij probeert: “Omdat ik overal langs moet”. Ik begrijp het, nergens thuis. Maar ook ‘Luctor et Emergo’, met heel veel Luctor!
Weer onder de indruk ben ik over de symbolische waarde van afbeeldingen. Lilu Chen, bang om te spreken heeft de porseleinenpop. De klaprozen gaan naar de fragiele oude dame: “Alles kapot, Willie. Alles”. Ontkennen helpt niet, wel het support van de medecursisten.
Om de kaart met de stoel was gesteggel. Een stoel. Lege plek. Lege plekken. Het is voor mij niet zo moeilijk voor te stellen dat deze vrouwen een lege stoel als de maat der dingen zien vanwege hun lange reis, hun heimwee en hun verlies. Soms niet uit te leggen. Soms ontbreken de Nederlandse woorden. Wanneer de pauze begint, en ik voor de koffie ga, blijven zij bij elkaar.
De kaarten uit de doos hebben hun werk gedaan. Ooit gingen zij van hart naar hart, via de post. Nu spreken zij de taal van een gezamenlijk groepshart, ongeacht of juist dankzij de minieme woordenschat!

Willie,
19 september 2007

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.