Dag 9 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 9. Verlangen.

Nog steeds valt ‘s morgens vroeg de Volkskrant op mijn deurmat. Een baken, vooral in roerige tijden. Al bijna vijftig jaar lang. Neem daarbij de jaren dat ik nog bij mijn ouders woonde, dan staat de teller op ongeveer vijfenzestig jaar.
Jawel, op zevenjarige leeftijd spelde ik de stripverhalen van Olie B. Bommel, op de plek waar nu Wibra staat. Als ik er niet uitkwam was er altijd een broer of zus ter ondersteuning. Stiekem las ik ook over: Suez-kanaal, Koude Oorlog, Berlijnse Muur en over de oliecrisis.

Onder mijn witte piekharen bedacht ik, om mijn angst te bestrijden, verlangens.

Elke dag een bekertje Ranja.
Drie gesteven jurkjes in mijn kast.
Een echt schrift met een potlood.
Iedere dag schone sokken.
Een kerstboom.
Oorbelletjes.
Een fiets, helemaal alleen voor mijzelf.
Een pyjama uit een winkel.
Krijtjes.
Een springtouw.
Met mijn grote zus een keer mee naar Amsterdam.
Een boek.
Niet één, maar twee bolletjes ijs. (twintig cent)
Schoentjes voor mijn pop.

Verlangens, we waren ze bijna vergeten, maar ze komen weer tevoorschijn, vooralsnog in een andere gedaante.

Borrelen bij de buren.
Knuffelen met je zussen.
Wandelen met je tante.
Vlinderen met je kinderen.

Eva Hoeke schreef in het magazine van de Volkskrant, – daar is ie weer-, dit weekend dat, ‘ervaren van verlangen is een groot goed is.’

Dat kan wel zijn. Maar ik heb het er vandaag moeilijk mee.

Ik heb alles, ik mis nog meer.

Morgen, dag 10. Mode

Willie, 23 maart 20120

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.