Wenen, een impressie

Aangeharktst. Bestaat dit superlatief? Zo niet, dan is het nu verzonnen.
Ik heb nog nooit door zo’n aangeharkte stad gelopen. Dat heeft z’n voordelen, welzeker. Alles proper en schoon: geen prul, peuk of poep op de stoep, heerlijk. Je kunt met je schoenen in bed.
Geen klokhuizen of bananenschillen naast de prullenbakken, in trein en tram geen kauwgomvlekken. Op bankjes in de prachtige parken geen broodkruimeltje, vliegen daarom in de stad zo weinig vogels?
Het kraakheldere gedoe is niet uit de Corona-lucht komen vallen, het moet het ‘Wiener bloed’ zijn, want dít leer je niet in twee weken aan een hele stadsbevolking.
Nog meer ontdekt: Weners zijn uitermate hoffelijk en behulpzaam, maar op een onverwacht vriendelijk lachje of grapje heb ik ze niet kunnen betrappen.
Gedisciplineerd in het verkeer? Natuurlijk. Rood betekent in Wenen wachten op groen, alle fietsen staan in rekken. Auto’s hebben geen claxons, ook geen deuken, krassen of andere onberispelijkheden.
Tot slot duidelijk taal, bij de informatie in het Hauptbahnhof staat een bord: ‘Wir sprechen nur Deutsch.’

Wij kwamen voor de concerten, de kerken, de musea en de optrekjes van de welgestelden uit vergane jaren. Met een hoofd vol kennis en verwachtingen bracht de trein ons gerieflijk naar de stad van Keizerin Elizabeth (Sisi) Amalie Eugenie.
Sisi, dus. Zo’n verschrikkelijk geromantiseerd ‘gevalletje’ met haar 45 kilo, dat ik nauwelijks naar Schloss Schönbrunn wilde. Neem daarbij de suikerspinnerij van André Rieu en mijn vooroordeel was compleet.

“Trek voor het bezoek aan Schönbrunn een hele dag uit”, jubelde de reisgids. Mooi niet.
We genoten een laat ontbijt, met ongelofelijk veel lekkers, en lieten ons tegen enen als toeristen naar het vakantieverblijf van de ongelukkige keizerin brengen. Een uurtje te besteden, want we wilden op tijd zijn voor een concert in de Karlskirche. (Nee, geen walsen.)

Spijt! Spijt! Al bij de eerste aanblik. Een statig paleis, in warm geel, zonder opsmuk.
Ik moest mijzelf herpakken. Slenterend door de prachtige tuinen en langs de lange lanen besefte ik hoe beeldvorming werkt. Waren hier geen honderdzestig hectaren om te genieten?
Als een prinses schreed ik tussen de rozenstruiken, mijn prins kneep eventjes in mijn hand. Dat knijpje had ik Sisi ook graag gegund.

De overige dagen vervulden ons met nog meer verbazing, van “Klassiek” tot “Prater”.

Vienna, waar geen winkel leeg staat, waar je smaakvol dineert voor een mooie prijs, waar de ‘Torten’ je toelachen, waar jonge vrouwen en oudere dames in hun mooie mantels het straatbeeld domineren, waar een immense keuze is aan fraaie hoeden en elegante handschoenen.
Waar H&M pronkt alsof zij Versace en Dior verkoopt, waar jongeren in de tram opstaan voor ouderen, waar controle in het OV overbodig lijkt, waar muziek voller klinkt: het is een bijzondere en prachtige stad.

Willie, 4 maart 2020

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.