‘Sjaak Afhaakdag’

Het begon zo mooi, 1 januari.
Ik wilde in 2020:

– De soep niet zo heet eten als ie wordt opgediend.
– Niet alles letterlijk nemen.
– Verder kijken dan mijn neus lang is.
– Geen oude koeien uit de sloot halen.
– Niet op te grote voet leven.
– Mijn vingers niet branden.
– Wel aan de bel trekken.
– Niet slabakken.
– Aken en Keulen niet op een dag willen bouwen.
– Beter op mijn kippen letten, als de vos de passie preekt.
– Op tijd de put dempen.
– Het puntje bij paaltje laten komen.
– Geen appels voor citroenen verkopen.
– Arbeid laten adelen.
– Geen balken naar Noorwegen brengen.
– Alle dingen bevroeden, het goede behouden.
– Bezinnen voor beginnen.
– Geen knollen voor citroenen verkopen.
– Elke dag een draadje doen, voor een hemdsmouw.
– De broekriem aanhalen.
– Zoden aan de dijk zetten.
– Alles als een trein laten lopen.
– Geen geld in het water smijten.
– Niet mauwen als katjes muizen.
– Mijn bramzeilen bijzetten.
– Een berg geen muis laten baren.
– Niemand over de hekel halen.
– Barbertje redden.
– Geen bonen knopen.

Ruim twee weken verder, ben ik, net als velen met mij, reeds gestruikeld over mijn goede voornemens. Afgehaakt dus.
Treurnis alom?
Welnee, morgen vieren wij gezamenlijk de nationale ‘Sjaak Afhaakdag’.
En verder?
“Een eik valt niet bij de eerste slag”, we proberen vrolijk verder.

Willie, 16 januari 2020

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.