Tijd en koffie

Deze week woon ik rondom bergen. Hoge toppen met sneeuw. Alsof ze in de achtertuin liggen, naar het noorden, het oosten, het westen, het zuiden: ze omsluiten het dal waar ik verblijf. Bergen zo ver en zo dichtbij als het oog rijkt.
Het dal is niet groot, ik voel me min of meer in een holletje. Er zijn een honderdtal huizen, wat winkels voor stokbrood, krant en Genepy.
In dit holletje is de Grote Boze Wereld ver weg. Bergbewoners hebben geen dubbele agenda. Zij veinzen niet. Zij komen en gaan, bieden hulp waar nodig. Zij zijn gastvrij en hebben koffie én tijd. Altijd.
Mijn jongste zoon, ooit een polderbewoner, is een bergbewoner geworden. Zijn vrouw was het al, zijn borelingen hebben dus polder- en berggenen. We wachten af.

In dit dal schrijf ik, in de vrije uurtjes, over zaken die naar lijkt onbenullig zijn, maar een dubbele agenda herbergen:
– Een papegaai die blaft.
– Een groep ontevreden ouderen die rechten en plichten door elkaar haalt.
– Een papa en mama die met hun kindjes een broodje willen nuttigen bij een kudde cheeta’s.
– Dropijs en aanverwante artikelen.
– Flora- en faunaleed.

Mijn grote vraagt is hier: wat drijft mensen? Hier overleeft men al eeuwen tussen sneeuw en stormen. Tussen hitte en vrieskou.

‘Tijd en koffie’ neem ik mee naar Nederland.

Willie
17 mei 2018
l’Argentiere la Bessée

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.