Taalhaast

Icoontjes hebben de toekomst: veel zeggen zonder woorden. Tel uit je winst. Een lachebekje, een knipoogje, een betraand gezichtje, een roos, een anjer, een hartje. Eén druk op de knop scheelt respectievelijk tien, negen, zeventien, vier, vijf of zes aanslagen. Wat ik in díe tijd niet allemaal kan doen: in mijn neus peuteren, naar buiten turen, slok van de koffie nemen, de radio uitzetten, een postzegel plakken of een prulletje oprapen. Dingen des levens, zeg maar, waar ik zonder al deze symbolen niet aan toe gekomen was.
Iconen en afkorten is een manier om tijd en te sparen, taalhaast, zeg maar.
Ik zag het ook bij C&A, die taalhaast. Op een grote poster las ik dat wij ons ‘comfy’ gaan voelen in hun wintervesten. Niet comfortabel, maar ‘comfy’. Zes letters, klikken, aanslagen gespaard. Ook zes seconden winst voor de prater, de luisteraar, de lezer. Weer tijd te over om te peuteren, te turen, het hele rijtje.
Er is ook een ander geluid. Niets vlug. Neem de tijd. Wees mindfull. Niet zo snel kleding kopen, niet bij Bol.com of Wehkamp. Via een paar klikken een nieuw jurkje?
‘Niet doen, ga naar een winkel met experience, een die selfiewaardig is’, verneem ik her en der. Dáár moet ik heen. Winkels als een twinkelende kermis, waar ik een selfie kan maken met een gestyld interieur op de achtergrond, die vriend en vijand naar adem doet snakken. Waar personeel nog weet dat Yves Saint Laurent een ontwerper was.
Uiteindelijk zal het míj allemaal worst wezen, ik ga zo mijn eigen gang.

Overigens heb het gebruik van iconen van mijn kleinkind geleerd. ‘Oma, heb jij nog geen icoon op je mobiel? Tsss. Is heel leuk hoor. Hoef je niet zoveel te schrijven, zal ik het even regelen?’
Hetzelfde kleinkind fietst een paar dagen later naast me, van school naar huis.
‘Oma, weet jij precies wat ‘welwillendheid’ en ‘afwijzend’ betekent?’
‘Jawel, heb je daar een icoontje van gezien dan?’ Hoe bij de tijd ben ik.
‘Nee, hoor. Het stond in ons taalboek, en de meester heeft het uitgelegd met een glas halfvol en halfleeg of zo.’
‘Snapte je het?’
‘Ja, maar ik vind het wel lange woorden.’

Willie, 4 oktober 2017

This entry was posted in Kleinkinderen, Taal. Bookmark the permalink.

Comments are closed.