Oma Pluis en Vogel

De krant van gisteren ligt op mijn schoot. Ik gebruik vaak een oud exemplaar als ik aardappels schil. Vandaag een kilootje of wat, want ik kook voor het grootste gezin van mijn kinderschaar. Zes monden te vullen. Ook is de wens is uitgesproken dat er vanavond: ‘gebakken-aardappeltjes-met-zo’n-lekker-korstje’ op tafel staan, daarom voldoet een handje vol niet.
Wij zitten samen op de bank, Rein van vijf en ik. We hebben pret, want er zitten lange wortels aan de aardappelen. Ze lijken op mensen met piekhaar, of omgekeerd op mannetjes met baarden. Bij een groot exemplaar snijd ik er oogjes in, soms met een mond erbij. Rein moet onbedaarlijk lachen.
‘Kijk, deze lijkt op Barbapapa!’
Hij giert het uit.
Als een aardappel geschild is, deel ik hem in tweeën of vieren, zo gaan de stukken in de pan. Water spettert in het rond.
Ongeveer twintig exemplaren verder is mijn maatje ineens stil.
Hij kijkt naar de krant en ziet Nijntje met een traan. Natuurlijk hebben zijn ouders verteld dat Dick Bruna dood is, maar oog in oog, is het gebeuren van een andere orde.
‘Oma, is Nijntje ook dood?’
Ik snijd in mijn duim en probeer een antwoord te formuleren.
‘Nou, kijk Rein, dat zit zo …’
‘Ohh, natuurlijk niet, want alleen Oma Pluis is dood. Wanneer ga jij dood? Als je in elkaar gezakt bent?’
‘Dat denk ik, ja.’
‘Oma, Max Velthuijs is nog niet dood, toch? Maar Vogel wel. Die doet het niet meer.’
‘Dat is waar. Daarom maakten Rat, Eend, Varkentje en Kikker een mooi grafje voor hem.’
‘Is dat die kuil? Met bloemen?’
‘Ja. Dat is lief, vind je niet?’
‘Wat heb je nou aan bloemen als je dood bent. En ze gooiden ook nog een bloem óp de steen. Vogel kan helemaal niets zien. Wat heb er er dan aan?’
‘Nee. Tja. Klopt. Maar.’
‘Oma, wil jij bloemen als je dood bent?’
‘Ja.’
‘Ok.’
‘Wil je nu Oma Pluis voorlezen?’
Ik laat het schilfestijn voor wat het is, zoek Oma Pluis in de boekenkast en samen lezen voor hoe het is, als een lief iemand dood gaat.
‘Eigenlijk helemaal niet erg,’ concludeert de jongeman.
‘Dood is dood. Daarna ga je dansen, want dat kan. Net als bij Vogel in het boek van Kikker.’
Juist, Reinemans. Zo is het.
Vanavond eten we gebakken aardappeltjes mét korstjes.

Oma Willie,
20 februari 2017

This entry was posted in Kleinkinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.