GRIT

De stapel groeit met de dag. Hij heeft een plek gevonden in de hoek van de keuken en gaat weldra het plafond bereiken. Ik moet hem voorzichtig opbouwen, want met zijn gewichtige en mindere gewichtige onderdelen kan hij snel uit balans raken. Net als ík overigens, omdat er honderden herinneringen door mijn hand gaan.

Af en toe ga ik even op een krukje zitten, met een exemplaar in mijn handen en mijmer ik er een eindje op los. Wanneer was het ook alweer, ter gelegenheid waarvan? Voor mijn achttiende verjaardag, of als geschenk bij een ontluikende liefde? In plaats van bloemen bij een nieuwe baan of gekocht om een lange busreis te overleven? Als afscheidscadeau voor de bewezen diensten of zelf gekocht, omdat ik niet zonder kon.

Het gaat over boeken. Sinds mijn eerste boek, Paulus de Boskabouter, gekregen in 1953, ben ik een fanaat. Boeken, boeken, boeken. De planken staan overvol, maar na jaren en jaren verzamelen moet er toch eens geruimd worden. Plaats maken voor nieuwe ontwikkelingen. Het is triest en waar: niet alle boeken verdienen het predicaat ‘blijvertje’. Ook al staat er, meestal in sierlijke letters geschreven, op de eerste pagina:
Voor Willie, Kerstmis 1969
óf ‘Wat jammer dat U weggaat’,
óf ‘Vakantie 2006
óf ‘Venwoude 1989‘. Allemaal op de stapel.

Op de bovenste plank van mijn boekenkast liggen religieuze boeken: een oud missaaltje, gekregen in 1957 omdat ik een zomervakantie lang had gewerkt in de kwekerij van mijn vader. De Testamenten, toen onmisbaar voor de godsdienstlessen op de Kweekschool in Amsterdam. Ook kinderbijbels staan er, in soorten en maten. Zij gaan terug in de kast, ik heb ze nodig wanneer kleinkinderen vragen wat Pasen en Pinksteren is.

Er is ook een plank met heel oude boeken, stoffig en bruin. De taal van Heijermans en Emants is niet meer de mijne, zij gaan in een tas voor de verkoop. Ik stof ze voorzichtig af en ontdek in de kaft van Droomkoninkje een paar ronde gaatjes. Een heuse boekenwurm woont in mijn huis.

Welke boeken vormen de stapel? Een kleine greep: Knielen op een bed violen, Elke dag Tao, De vliegeraar, De tweeling, Een zwerver verliefd, Voedsel voor de ziel, Bleekers zomer, Een moeder van niks, Anna Hanna en Johanna, De donkere kamer van Damocles, Bonjour Tristesse, Lolita, Zorba de Griek, Morgen bloeien de abrikozen, De langverwachte, De buitenkant, Triptiek: ik stapel en stapel. Ze mogen allemaal het huis uit. Misschien leg ik een aantal in de trein, breng ik een koffer vol naar de boekenzolder of ik zet ik een rijtje in kastjes langs de weg.

Wat overblijft in de woonkamer zijn zes planken met boeken die ik ooit wil herlezen. Natuurlijk ook alle kinderboeken, én de vele ontvangen boeken, die door een geschreven opdracht nog steeds mijn hart beroeren.

Het was een hele een klus. Ik had er daadwerkelijk ‘GRIT’ voor nodig.
‘GRIT’? Jawel, het nieuwe woord voor Doorzetten en Doel bereiken.

Is er nu een lege plank, daarboven in die woonkamer? Ja, maar niet voor niets.
Een plank met ruimte, waar ik vol trots, na vier jaar ‘GRIT’, mijn debuut ga etaleren.

In november.

Willie, 23 september 2016

This entry was posted in Familie, Verhalen and tagged , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.