Semblent

We spelen op het balkon, de Franse zon schijnt. Een bergwind brengt koelte.
Op een kleed, zonnehoed op haar blonde krullen, kookt Lisa soep voor mij. Ze heeft pannetjes met water en een handvol rozijnen. Met een kleine garde roert ze dat het een lieve lust is.
‘Oma Willie, tu veut soep?’
‘Lekker Lisa, met balletjes.’
Ik krijg een pannetje aangereikt, met een lepel én met de mededeling:
‘Bon Appétit.
‘Mmmm, moppie, lekker.’
‘Lekkerrrr’, komt er vanonder de zonnehoed.
‘Oma Willie, met balletjes, encore?’
‘Ehh, ja, graag.’
Mijn verbazing over dit taaltalent is net zo hoog als de bergen om mij heen.
We spelen verder, het spel van alle kinderen: semblent, zogenaamd: de pop is ziek, de soep is water, de fiets is vies, twee stoelen zijn een trein en opa is een olifant.

Het is 14 juli, Quatorze Juillet, ‘s avonds kijken we vuurwerk in het kleine dorp waar we zo graag komen. Lisa slaapt al, moe van zon en spel.
Kleurrijk spektakel vuurt af tegen de zwarte lucht. De sterren verbleken voor enkele minuten.

Nog geen honderd kilometer hier vandaan gaat het mis.
Níets semblent, níets zogenaamd.
Wel een idiote witte vrachtauto die liters rood bloed over de warme boulevard van Nice laat vloeien.

Mohamed uit Tunesië, heb jij nooit semblent gespeeld? Wanneer heb jij dat verleerd en waarom?
Wat zal je oma nu voelen?

Willie
15 juli 2016
l’Argentiere la Béssee

This entry was posted in Kleinkinderen, Perspectief, Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.