Vijftien maanden én tweetalig


‘Lisa, donnes cette fourchette à maman?’
Ze doet het.
‘Lisa, geef je de lepel aan oma?’
Dan krijgt oma haar groene lepeltje.
‘Lisa, on va changer ta couche.’
Ze dribbelt naar de badkamer.
‘Lisa, kom, ik ga je luier verschonen.’
Ze wijst me de goede weg.
‘On va lire un livre de Nijntje?’
De kleine meid zoekt Nijntje.
‘Gaan we een boekje lezen over de koe en het schaap?’
Even later maken we samen de passende diergeluiden. Méh en boe.
‘Lisa, maman dit non, c’est pour Scratch!’
Ze laat de bot voor wat het is.
‘Lisa, dat mag niet, Scratch moet eten.’
Een beetje beteuterd laat ze de brokjes vallen.
‘Lisa, où est ton oreille?’
Knuistjes, met nog van die kuiltjes erin, zoeken de oren.
‘Eh, heeft oma oorbellen?’
Ze zoekt links en rechts onder mijn vakantiekapsel.
‘Allé, on y va. Cherches tes Crocs.’ (Jawel, maatje 21)
Ze vindt ze en schuift ze aan haar voeten.
‘Vrouwtje, kom je we gaan. Waar is je zonnehoed?’
Stap, stap. Met het hoedje in haar nek komt ze aangelopen.
‘Lisa, tu aimes les framboises?’
Haar mondje gaat wagenwijd open.
‘Lisa, wil je een stukje kaas?’
Oogjes die twinkelen. Oma weet genoeg.
‘Lisa, attend. Ne vas pas sur l’escalier.’
Ze is het er niet mee eens, maar gehoorzaamt.
‘Moppie, wachten tot oma bij de trap is.’
Ze haalt haar schouders op, kijkt me uitdagend aan, en wacht.
‘Ma petite coquinette, on va dormir.’
Ze pakt haar duimpje en zoekt de schouder van mama.
‘Slaap, kindje slaap, daar buiten loopt een schaap …’
Papa zingt een ‘berceuse’, sa fille legt haar tweetalig hoofdje te rusten.

Oma Willie
18 juli 2015

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.