Andere tijden

Koningsdagen, meivakanties, roosterwijzigingen: ineens fiets ik op andere tijden door de Randstad.
Gewend aan heel vroege uren wanneer de vogels nog op hun nesten zitten en de eendenkuikens nog warmpjes onder de moedersvleugels bivakkeren, ben ik vandaag pas na achten in de pedalen. Deze wereld ziet er anders uit.
Waar ik eerst een enkeling tegenkom, een kwekersknecht op werkschoenen met de broodtrommel onder zijn snelbinders of een verbeten wielrenner, haal ik nu christelijke meisjes in. Zij hebben het druk met hun rokje. Fietsend proberen zij het lapje stof over hun bonkelige tienerknieën te trekken. Gelukkig is hun zwarte maillot zeer decent.
Naast de meisjes ontwaar ik op het fietspad welgevulde blauwe mannelijke trainingspakken met witte sportschoenen. Leeftijdscategorie: boven de vijftig. Altijd vergezeld van een hond, die niet in míjn wereld past. De hond is te vet, te groot of juist te klein. De beesten lopen mak naast hun bazen.
Een half uur later, ik fiets nog steeds. De scholen zijn begonnen. De tienermeisjes zitten in de banken en loven de Heer. De hondenbezitters drinken hun bak koffie.
Een half uur later dus, verschijnen er moeders ten tonele. Schoolmoeders. Herkenbaar aan de spijkerbroeken, korte haren, een makkelijke jas en gewone loopschoenen.
Zij kennen elkaar van het schoolplein en vormen een groepje om elke week op woensdag een ‘rondje te lopen’. Meestal in rotten van drie. Zij bespreken de resultaten van hun kinderen, het beleid van de school en het gedoe in hun huwelijk. Moeders. Op tijd terug voor de was uit de wasmachine, voor de boodschappen en om als vrijwilligster mee te draaien bij de tussen-de-middag-opvang.
Ik fiets door, mijn gezichtsveld verandert opnieuw.
Nu verschijnen plotsklaps oudere dames. Het is ook wat warmer. Het is negen uur. Zo’n dame loopt alleen. Zij het wat langzaam, maar ze loopt. Ik weet niet waar zij naar toe gaat. Doet zij een gezondheidsrondje? Ze ziet er niet uit dat zij naar haar oude moeder gaat, want dat is zij zelf al. Ze lijkt ook niet stoer genoeg om op een horde kleinkinderen te passen, want dan fietst ze wel. Misschien doodt zij de eenzame uren gewoon in de polder: elk uur is er één. Dus, schoenen aan en gaan. Ik vind dat stoer.
Bijna bij aangekomen bij mijn bestemming van vandaag wordt het ineens onrustig op het fietspad. Mannen met grijze bakkenbaarden veroveren mijn domein. Flitsende fietsen en flikkerende fietskledij, niet te kort! Pensioenen lijken even weldadig als hun uitrustingen. ‘Vrienden voor het lieve leven’, ze willen het laten zien. Glanzende schoentjes, strakke broekjes, supersonische helmen, bijpassende handschoenen, zelfs de bidon is in kleur. Meestal met z’n vijven. Soms een lonely wolf. Ik wijk overigens niet voor hen. Mijn electriek gaat ook minimaal dertig per uur!
Na vijf kwartier bereik ik, onder de indruk van andere tijden, mijn plek.
Morgen na het middaguur nog eens kijken wie ik dan tegenkom.

Willie,
Oude koninginnedag, 30 april 2015

This entry was posted in Perspectief, Reizen, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.