‘Beidt uw tijd’

Zelfs de belastingsdienst weet het, april wordt elke dag een stukje korter.
De dienst waarchuwt ons via billboards dat, ook tijd beperkt is. Alsof ik het al niet jarenlang weet.
Tijd. Toch het meest democratisch gegeven. ‘Koning, Keizer, Admiraal, tijd gebruiken ze allemaal’, ieder wordt gelijk bedeeld.
Alleen ík krijg tekort. Dat weet ik zeker. Ik weet ook niet waarom. Neem de maand april, nog twee dagen te gaan en ik wil nog zoveel, vóór mei tevoorschijn komt.
De zomerjurken strijken, de moestuintjes verpotten, de weekendbijlagen van de afgelopen maand lezen, de rekeningen betalen, de belastingdienst te vriend houden, de opgedroogde pekel van mijn fiets poetsen, kaarten versturen voor jarigen, mijn zus bellen, cadeautjes kopen, logeerbedje opmaken, winterjas naar de stomerij brengen, fluitenkruid plukken, de laatste boerenkool uit de vriezer opeten, de gordijnen luchten en twee columns schrijven.
Als ik nu eens achteraan begin? Met die columns? Want die zomerjurken heb ik nog niet nodig. Daarbij, zonder uitstelgedrag zijn het ‘fluitje-van-een-cent’ zaken. Kwestie van doen en afstrepen.
Komt toch uitstelgedrag om de hoek kijken. Wie kent het niet? Eerst even de bloemen verfrissen, dan naar de flessenbak lopen, daarna planten water geven. Oja, nog stro leggen in het insectenenhotel en ten slotte poes Kato eten geven. Vraag me niet waarom.
Het kan ook zijn dat dat gekeutel nodig is, om in de juiste stemming te komen.
Goed. Het is allemaal gebeurd, aan de slag. Eén column vandaag en één overmorgen. Net op tijd.
Tijd voor een filosofische benadering.
‘Tijd is een opeenvolging van tijdstippen’, leert Wikipedia. ‘Tijd alleen bestaat niet. Het is altijd voor óf na een moment.’ Goh. Vanaf dit moment heb ik dus nog heel veel tijdstippen tot, bijvoorbeeld, vanavond. Is het ook niet zo dat mijn leven onnoemelijk veel tijdstippen kende, die soms lang duurde of juist kort leken? Is er een afspraak hoelang een tijdstip duurt? Is die bij de tandarts even lang als die op een zonnig terras? We weten wel beter.
Waarom word ik op een bepaald tijdstip plotseling ongerust? Niet een tijdstip eerder, ook niet dat ene een tijdstip later?
Of waarom denk ik ineens: ‘Oeps, de eieren?’ Heb ik daar een ingebouwd instrumentje voor? Geen TomTom die de weg weet, maar een TijdTom, die fluistert: ‘Bij het volgende tijdstip: sta op en draai het gas uit.’
Het geschikte moment dus. De Grieken hadden daar een God voor, ze noemdem hem Kairos. De beste man had geen kleren aan en was kaal, slechts een haarlok op zijn voorhoofd. ‘Wacht af, maar grijp je kans, als je Kairos ziet aankomen. Pak zijn haarlok en go for it.’ De Grieken filosofeerden verder: ‘Geschikte momenten zijn zeldzaam en vluchtig. Kairos heeft namelijk vleugels aan zijn voeten, om snel weg te vliegen. Nog erger, door zijn kale achterhoofd kun je hem alleen maar pakken als je hem ziet komen, te laat is te laat.’ In Amsterdam staat het met drie woorden op de beurs van Berlage.
Er moet een verband zijn tussen handelen en tijd. Of niet.

Willie, 18 april 2015

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.