Dus

Stoeptegels tellen tot de rand. ‘Ja, nee, ja, nee, ja?’ Ja. Huppelend weet ik zeker dat de uitkomst klopt. Het proefwerk wordt een voldoende.
Later: als ik het stoplicht haal, op groen dus, dan krijg ik die nieuwe baan.
Nog later: wanneer ik tot honderd tel en ‘hij’ heeft nog niet gebeld dan wordt het niks.
Wie kent het niet? Zelfbedachte verwachtingen die onderdeel uit maken van een leven. Of handelingen die moeten, anders ‘loopt het verkeerd af’. Soms handig als de stok achter de deur.
Het is mij ook overkomen.
Bijna tien jaar gelden startte ik mijn site, ik nam mij voor elke maand twee verhalen te schrijven. Al snel voelde het als een opdracht. Ik moest wel.
Nu, driehonderd (!) columns verder, schrijf ik op de valreep, mijn zelf opgelegde target. Nog vier uur, dan is het één februari tweeduizendvijftien. Natuurlijk moet voor middernacht ‘opgelegd’ online zijn. Ik geloof er heilig in, anders…
Overigens, ik schrijf al sinds ik het alfabet onder de knie heb. Maar er mee naar buiten durven was van een andere orde.
Gelukkig kwam er dé trigger. De Volkskrant plaatste in tweeduizenddrie mijn column ‘Heimwee’ op de voorpagina. Goh. Toch iets onder woorden weten te brengen dat anderen boeit en ook herkend wordt?
Nadat ik van de schrik bekomen was, startte ik een blog.
Een greep uit de eerste pogingen:
November 2005. Met kleindochter Micki reis ik naar Den Haag. Ik observeer haar, thuis schrijf ik over haar ‘patatogen’.
December 2005. Met jonge liefde reis ik naar Frankrijk. Ik luister en denk. Ik schrijf over heimwee en toekomst.
Januari 2006. Plannen te over.
Februari 2006. Geluk op een trouwbeurs. Alles heeft perspectief.
Mei 2006. Afscheid. Het is goed.
Juni 2006. Over bergen die stil zijn.
Juli 2006. Oude liefde en fietsen die niet roesten.
September 2006. Een gelukkige schildpad, grenzen verkennen.
Oktober 2006. De Kruidvatjes, wat is decorum?
Zo gaat het nu al jarenlang, over ideeën, over de allermooiste kleinkindjes, over bombazijn en ambrozijn. Over reizen en wijzen. Over verdrieten en verliezen. Over glimlach en hard gelag. Over fanfare en barbaren. Over gemis en geluk.
Januari tweeduizendvijftien, driehonderd keer mijn ziel blootgelegd.
Vanmiddag telde ik stoeptegels, het sneeuwde.
‘Ja, nee. Ja, nee, ja?’
‘Ja.’ Ik ga nog even door. Dus.

Willie.
31 januari 2015

This entry was posted in Perspectief, Verhalen. Bookmark the permalink.

2 Responses to Dus

  1. Josien says:

    En het leuke is, dat ik nu al die data die jij in je column noemt, ga openen om te herlezen. Jeetje zeg, tien jaar lang alweer! Het wordt tijd voor een bundel!

  2. Riet de Graaff says:

    Wat leuk om zo weer een beetje met je mee ‘terug te leven’ !