Ik zing mijn eigen lied

Die officiële koningslied heb ik geprint. Ik wil het nauwkeurig lezen en weten. Weten of zaken niet kloppen en lezen om te kijken of mijn rode juffenpen veel strepen gaat zetten. Nou. Het is me wat. Drie vingers in de lucht en hiephiephoeree.
Stel je veur, je bent koningin. Je hebt een hekel aan het Sinterklaasfeest, omdat er altijd van die rijmelarijen komen, waar je je majesteitelijke tong over breekt. Dus vier je met eega en de drie kleine troonopvolgertjes alleen strooiavond. Je pakt cadeautjes in, voor onder de Kerstboom in Lech. Mooi lintje, goud versierseltje en klaar is Bea.
Stel, dus, dat heb je allemaal goed veur elkaar. Krijg je zo’n erbarmelijk lied op je vorstelijk familie-dak. Gruwel?
Tja, aan de andere kant nodigt het nieuwe koningspaar rappers uit op hun feest die, beroepshalve, de regels van de taal ook vernachelen. Is het erg? Het is de bekende tijdspanne. De dubbele oo’s van mijn moeder en de extra ch’s van mijn vader liggen nog versch in mijn geheugen: ‘Wij gaan zoo naar het bosch’.
Gruwel? Het is meer de inhoud van het lied die me uit de slaap houdt. Veel is al gezegd, becommentarieerd en herkauwd, maar ik vind vooral de eerste zin idioot: ‘Daar sta je dan‘. Lijkt of je in je koninklijke hempie staat. Beetje voor gek. Zoiets als: ‘Daar stond ik dan, met het rode flu rond mijn schouders’.
Dan begrijp ik ook niet voor wie het lied is geschreven. Voor een geliefde? Voor het volk? Voor WA? Voor Maxima? Voor de drie meesjes?
-Moet ik WA als Nederlander beschermen tegen alles wat komt?
-Moet ik waken als hij slaapt? Of komt dit lemma uit de mond van Maxima?
-Zijn mijn daden groot? (Daar hadden we al een zeerover voor)
-Draag ik WA’s vaandel met zijn naam?
-Wil ik weten wat hij droomt?
Ach, het lijkt een liefdeslied. Sorry, ik heb al een lief. En velen met mij.
Misschien is het anders bedoeld: WA zingt tot ons, het volk, zijn onderdanen. Hij wil ons uit de storm houden en nog veel meer. Maar dan is er ander probleem: die van de drie vingers en de stamppot. Dat kan ie nooit serieus menen. Had de kroonprins maar een vinger in de pap gehad.
Beste Willem, zo’n lied moet je niet willen.
Ik heb een kleindochter van drie. Ze heet Feline. Ze heeft blonde krulletjes en een eigen willetje. Zij is mijn prinsesje, fietst zonder zijwieltjes. Volgens haar mag ze pils drinken wanneer ze magische leeftijd van vier heeft bereikt. Zij krabbelt namen en kleurt regenbogen. Zij tekent kopvoeters en wil leren breien. Zij ruziet en overlegt met haar oudere zusje en haar jongere broertje. Zij loopt uitsluitend in een roze rokje en op zilveren laarzen. Ze wil geen paardenstaart, geen schmick op een feestje. Zij vindt spelen een serieuze zaak en zogenaamd mag geen werkelijkheid worden. Want dat is haar leefwereld, waar ik niet aan mag komen. Zij maakt keuzes. Gelijk heeft ze. Menselijke komedie is haar vreemd.
Beste Willem, dit meisje kiest haar eigen lied, ook wanneer zij gaat slapen. Een paar weken geleden logeerde zij bij ons, bij opa en oma.
Opa: ‘Feline, zal ik even een liedje voor je zingen?’
Feline: ‘Nee opa, ik zing mijn eigen liedje wel’.
Dus, Willem?

Willie, 28 april 2013

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

2 Responses to Ik zing mijn eigen lied

  1. Riet de Graaff says:

    O. die Willie toch!Wat een vorstelijke beschouwing…
    Ik hoop dat KONING WILLEM jouw verhaal op de een of andere manier onder ogen krijgt.
    Ik denk dat hij glimlachend ( en met een rimpel in zijn koninklijke voorhoofd)
    een poosje gaat nadenken over hetgeen een bijzondere onderdaan hem te zeggen heeft.

    Liefs, Riet

    • willielek says:

      Tja.
      Ons wiegje stond in een ander huis.
      Daarom konden wij anders en beter (?) ons “eigen” lied zingen.
      En misschien gelukkiger worden.
      Willie