Luieballen, linkeballen en een lullebal

Nieuwe taal, daar ben ik verzot op. Woorden onverwacht gekoppeld en gevoegd, nog niet in handen gekomen van taalpuriteinen.
Daarom hou ook ik zo van de Tour de France, want niets is verwoord wat het lijkt. Treintjes zijn geen treintjes, en lossen is een ander woord voor achterblijven. In de piek betekent alle krachten zijn verbruikt. In de bus: hang je dure ergonomische zweetijzer maar in de wilgen.
Tijdens de etappe van gisteren heb ik twee mooie lemma’s gehoord: luieballen en linkeballen. Respectievelijk de voor de gemakzuchtigen en de gewieksten. Hoe mooi kan een taal zijn. ( Ik luiebal, jij luiebalt etc.)
Nieuwe taal vind ik ook tijdens mijn eigen Tour van Gouda naar Leiden, door polder en platteland. Tussen de slootjes en de waterhoentjes zijn geen cols met categorieën. Alhoewel, een flinke noordwester tegen deelt ook de nodige pap in de benen uit.
Anders dan de ‘tour’rijder lig ik niet plat op mijn fietsje. Ik zit fier rechtop en mijn snelheid is zodanig, dat ik onderweg van alles, en nog meer, kan lezen. Reclames, uithangborden, aankondigingen, namen op huizen.
‘Plexat’ op een huis met ei-gele raamkozijnen, vind ik een heel erge. Daar word ik zo mies van.
‘Doe meer met de conifeer’, kietelt mijn fantasie. De coniferenkweker in Boskoop heeft er vast andere gedachten bij.
‘Konnetan’, in zuinige letters boven een voordeur. Ik bedenk me een vader en moeder met negen bloedjes van kinderen. Elke avond geschaard aan een proper geschuurde tafel, onder het schijnsel van een peertje, boven een schamele pan met piepers en bonen.
‘Pirikedo’. Nee, geen herinnering aan een ooit romantische huwelijksreis. Wel de gevolgen daarvan. Het zit zo: Piet, Riet, Kees en Door vormen samen ouders’ trots. In deze deze nette arbeiderswoning staan niet alleen alle stoelen keurig en kneuterig om de tafel. Twee witte stenen poesjesbeeldjes vertoeven voor het raam, evenals twee identieke begonia’s. Op de geboende stoep zit, links naast de voordeur waarop een Welcome hartje van pitriet, een verharde spijkerbroek met twee geraniums erin. Alle meuk is gelapt, geharkt, gezeemd, geverfd en geboend. Kneurig.
Volgende huis. Nog een opschrift: ‘Katre men’. Uhh? Een homo-mannenhuishouden in dit afgelegen dorp? Was er in een ver verleden een trots van de familie met muzikale aspiraties? Of zegende God c.s. het ouderpaar met vier stoere blonde knapen?
Ik maar fietsen en denken.
‘Piet Buxus’ is open op zaterdag en afspraak.
‘Trendie Wendie’, zorgt in het volgende gehucht voor licht blauwe bloesjes en bijpassende legging. Met bloemmotief.
En de boer, hij ploegde voort. Zal Werumeus Buning zich in zijn graf omkeren als ik onder de rook van Hazerswoude lees: Jeu de Boer? Thuis eens even googlen. Jeu de Boer. Het zit zo: drie drieste agrariërs hebben het roer omgegooid. Zij brachten de pinken, vaarzen en stieren naar de slacht. Gaven de stal een likje verf en er borrelden vernuftige ideeën op uit hun boerenbrein. Een mens kan daar nu Boerengolven, Boerenbowlen, Jeu de Boeren. En, godbetert, ook Koelinair Klotsen en Kloten met boerenmeiden (of heeren). Leuk, toch? Vergeet voorts het Relaxen met Solexen niet. Bij Jeu de Boer kun dus luieballen en linkeballen tegelijk.
Lullebal Mart Smeets zou er zomaar een avondvullend programma van kunnen maken.
Ik stoemp nog even vrolijk door, richting Leiden.

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.