New Orleans, ‘the Canalstreet’

Vroeg en nieuwsgierig lopen we in de stad door de brede en vooral rechte Canalstreet. Een herkenbare Amerikaanse winkelstraat in een ongewone stad. Natuurlijk met riante trottoirs, veel to go, sjiek en verlopen, toeristen en verdieners, obesitas en plastische chirurgie. Dikke auto’s en nostalgische trammetjes ( type Oud-Amsterdam) ritsen de drukke straat doormidden.
Allicht zijn hier winkels met de gebruikelijke souvenirs, de borrelglaasjes en de asbakken met opdruk. Maar liever vergapen we ons aan hebbedingen die de plaatselijke voodoo bestrijden. Of juist omarmen. Schedels, botjes, geraamten, rammelende kettingen: te kust en te keur.
New Orléans, specifiek de stad van de muziek. En dat zullen we weten ook. De trommels, trombones, saxofonen, accordeons of simpelweg wasborden produceren herkenbare ouwe gouwes. Het klinkt als ‘muziek in de oren’. Tja.
Het onweerstaanbare ritme geeft ons vleugels, we maken een zwoel danspasje, glimlachen naar de artiesten en knipogen naar knorrige securities met hun super glanzende schoenen.
Dan zijn er de plaatselijke lekkernijen in groten getale te koop: ketchup, bloody mary, rijst met bonen en tabasco. Er valt niet aan te ontkomen. De reuk van Creoolse kip en gebakken scramps zweeft als vanzelfsprekend door de warme straten en dwarrelt onze neusgaten binnen. Zeker te vroeg voor de lunch naar onze Europese maatstaven, maar wel: Jammie! We doen een beetje mee met American way of life, kopen een beker cola voor on the way. Stap stap, slok slok. Er zijn nog wat calorieën te gaan voordat we in het straatbeeld passen.
Sportschoenen? Winkels vol. Verkrijgbaar in alle kleuren van de regenboog met dramatische combinaties. Onze ogen hebben het druk.
Dan zijn er ook de roze winkels. Langs de spiegelwanden staan en hangen roze bakken tot aan het plafond, vol met roze glinster en roze glanster. Roze accessoires voor overal: in het haar, in het oor, in de tong, op de jurk, aan de pols, rond de enkel, rond de middel en verder. De ferme roze winkeljuffrouw kauwt wat kauwgom (roze) en lacht ons bemoedigend toe. Wij zijn niet helemaal haar doelgroep.
Eenmaal weer buiten komt de tropische warmte als een weldaad ons tegemoet. Want verdikkeme, wat zetten de winkels met hun airco in op ijzige temperaturen.
Tussen de toeristen door, spoeden hoge pumps en strakke pakken van hot naar her, naar dollar of naar druk-druk, of misschien andersom. In elk geval bevolken zij de grote dure hotels, waarvoor de zwarte bevolking de peuken opveegt. Zij dragen de koffers en regelen de taxi’s’. Dezelfde bevolkingsgroep rijdt op de bussen, maakt de tramhaltes schoon en bedient de liften. Anno 2012 vrije en betaalde banen, dat wel. Maar toch.
Desalniettemin ademt de stad een sfeer van gelijkheid. Ieder lijkt zo zijn plek gevonden te hebben. Wij ervaren geen geharrewar over miskenning en ontkenning van culturen.
De kracht van de muziek, gebracht door de zwarte bevolking is en blijft het bindmiddel van New Orléans. Daarmee is hun trots gewaarborgd.
Wij proosten erop. Stap, stap, slok, slok. Dit maal een bloody mary. (met ingelegde sperzieboon, want zo hoort het)

Willie, 23 mei 2012

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.