Smaak

Het was bekend bij intimi, bij vriend en familie. Ik kocht een jaar lang geen kleding. Een jaar lang niet naar de winkel voor jas, jurk of jeans. Het snode plan bedacht ik vorig jaar november, dus ik mag weer.
Maar het ongelofelijk is gebeurd: ik heb de drang niet meer. Ik hol niet voor een modieus C&A’tje, sta niet in de rij bij Promiss, Miss Etam of welke manufacturier dan ook.
Het jaar viel ook niet zwaar, zelfs helemaal niet. Ik liep met gemak langs de zoveelste uitnodiging op de winkelruiten, die mij wilde verleiden tot aankopen. De teksten beloofden me dat ik dan gelukkiger, warmer, of juist cooler zou worden. Dat ik gezien zou worden, dat het een warme zomer zou worden of juist een warme winter. Waarbij warm verschillende betekenissen zou hebben, neem ik aan.
Ik liet me niet verlekkeren. Ik werd namelijk dit jaar toch wel ‘gezien’, ik bleef gewoon ‘cool’ en ‘warmte’ was alom vertegenwoordigd.
Opmerkelijk, ik was juist heel gelukkig deze twaalf maanden van onthouding. Ik had geen drang tot innovatie van mijn uiterlijk, tot nieuwheid van mijn garderobe.
Kant, de Immanuel Kant, draait zich om in zijn graf wanneer hij dit leest. Hij had schoenen met zilveren gespen en verfijnde zijden hemden. Met aan de kanten mooi verfijnd broderiewerk. Kant droeg kant. Ik citeer de modebewuste magister uit Koningsbergen: ‘Je kunt beter een modegek zijn dan zomaar een gek’. Tja.
Terug naar Gouda, de twaalf maanden tussen november 2010 en 2011.
Natuurlijk had ik tijd over, want ik snuffelde niet urenlang tussen de rekken en ging niet op pad om de nieuwste modesnufjes te bemachtigen. Tijd over om te filosoferen over het wat en hoe van mode.
Dan lees ik: ‘Elke trend is een oude zaak in een nieuwe verpakking’. Had ik die geruite overgooier nog maar bewaard..
Of: ‘De mode maakt het voor ieder van ons mogelijk onszelf als kunstwerk te creëren’. Hoge hakken, veel blingbling en je voelt je zomaar de koningin.
Maar ook: ‘Lagere klassen hebben de smaak van de noodzaak’. Zij hullen zich in de stevige manchesterbroek, de klomp, de laars, het voorschoot.
Verder: ‘Je wordt in je kleren geboren’. Amalia loopt in een batisten jurkje met kraagje. Ismah in een wit lang hemd, zijn dochter probeert de hoofddoek reeds uit. De zoon van de professor in een sweatertje en de boerenzoen past al in een overall maatje 98. Overdrachtelijk gezien wordt men dus met de kleren aangeboren. Ooit wel eens een groepje zussen zien winkelen in de stad? Kijk.
Conclusie na een jaar van ascese: smaak verbleekt niet zomaar, smaak laat zich juist niet meer zo snel om de tuin leiden. Smaak en identiteit zijn samen gekomen.
Misschien nog zo’n jaartje?

Willie, 22 november 2011

This entry was posted in November 2011. Bookmark the permalink.

Comments are closed.