Beren pootje haken

We hebben getoost en geborreld, koekjes en taartjes gegeten, gezoend en af en toe een traantje geplengd. Ik was een van de ‘we’. Met drievrouw sterk namen we vorige week feestelijk afscheid van ons docentenbestaan. We werden toegesproken, ik luisterde vol verwondering naar precies de juiste woorden. Passende woorden die in alle eenvoud een ode brachten aan het fenomeen: collega. In grote verscheidenheid doorgaans toch zo’n warm kluitje samen.
Juist. Precies.
Dat wordt ook mijn gemis: collega’s. Koffie drinken samen in de vroege ochtend, piepen over de gestadige ongemakken van ons bestaan. Maar evenzeer melden we elkaar grif de rijkdom van ons leven. Of over een cursist die niet kan en wel wil, maar ook over hen die wel kunnen en niet willen. We causeren over nieuwe methodes en we harrewarren over taakverdeling. Kortom, collega’s zijn als spiegels, zij reflecteren.
Zoals al gemeld, daar dient de leegte zich aan. Of toch?
Uit de grote berg attenties en presenten pak ik een boekje. Sla het op dit stille uur van weemoed open, ik lees dat ik de werkelijkheid moet gaan pootje haken. Dat een overkant ook deze kant is en dat beren op de weg eveneens mooie imposante dieren zijn. Welbeschouwd geen nieuws voor mij, optimist van geboorte. Maar toch.
Weer eens zwart op wit lezen hoe het leven geleefd moet worden kan nooit kwaad.
Kortom, vol goede moed haak ik voortaan aan de overkant van de weg elke beer pootje. Misschien.

Willie
12 december 2010

This entry was posted in werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.