Eieren in de Keizerstraat

Nee, niet zoals de titel doet vermoeden, het is geen lente. Geen Pasen. Het is een donker jaargetijde. Het is eind november. In ons grote familiehuis in Gouda slapen dochters met hun dochters. Met zijn zessen kwamen zij naar de intocht van Sinterklaas. In vol ornaat stoombootte hij over de Hollandse IJssel met een leger aan Zwarte Pieten. Een feest dat zijn weerga niet kent.
Nu, na een nachtje slapen, terwijl vroege vogels nog lang niet tsjilpen, worden de kindjes wakker want: kleine meiden van gemiddeld vier jaar zijn spannend. Tenminste, dat fluisteren zij me toe wanneer ik naast hen neer vlei op hun eerste oma-geroep. ‘Oma, ik ben zo spannend’. Ik begrijp het. Beneden hebben zij gisteravond vol overtuiging ontzettend hard gezongen van de maan, de bomen, de boot en de Sint. Zij hebben schoenen gezet met hooi en wortel.
Natuurlijk bezoekt de heilige man dit Goudse huis in de Keizerstraat, wat denk je. In de vroege ochtend siert een wit tafellaken, damast geweven, onze lange tafel. Sint heeft allerhande lekkers en cadeautjes achter gelaten. Iedereen blij.
Dan toch, onverwacht komt na de zoetigheid de vraag om een eitje. Een heus gekookt eitje, met een beetje zout en een snufje peper.
“Oma, wil je nu een eitje koken?’ In de drukte voorafgaand aan dit Sintfestijn was aan alles gedacht, dacht ik. Aan alles. Cd’s en houten kamelen, ontbijtbordjes en lekkere leesboeken, stabilo’s of gewoon spulletjes. Taai, witte borstplaat, schuimpjes en marsepein deden de rest.
‘Oma, wil je nu een eitje koken?’ Ik had het kunnen weten. Een blik in de koelkast bevestigt mijn vermoeden.
‘Ik heb geen eitjes. Wat jammer nu.’
‘Maar ik kan toch naar de buren?’
Tja, oma woont in een stad, zelfs in de binnenstad van een stad. Niet op het platteland waar naboarschap niet moeilijk doet over eitjes lenen op een zondagochtend om half negen. Daarnaast is het vroeg, druilerig, mistig en kil. Het wegdek nat en glibberig, er ligt een deken van de afgevallen blaadjes onaangeroerd van de nacht. Niemand wil gestoord worden, zo vroeg en zo zondag.
‘Micki, ik heb geen eitjes meer in huis. Misschien heeft Noortje, onze buurvrouw, er wel een paar. Wil je er daar twee gaan lenen?’
Even later stiefelt een kwiek meisje buiten met een leeg eierdoosje. Trots als een pauw, nog in haar pyama, is zij de straat opgegaan. Ze voelt zich groot. Tien mistflarden verder kleppert ze met de brievenbus, er is niemand thuis.
Micki kent onze straat al vier jaar, even zoveel seizoenen in het kwadraat heeft ze hier gelogeerd, gehuppeld, gewandeld, hinkelhokken getekend en gezwaaid naar iedereen. Daarom gaat ze met veel vertrouwen verder en verder op pad met haar lege doosje. Met haar open blik en ontwapende glimlach baant ze zich een weg door haar eigen leventje, nu ook door de Keizerstraat. Argeloos stapt buurman rechts-tegen-over de deur uit. Micki spreekt hem aan.
‘Heeft u voor mij twee eitjes?’
Ik denk dat hij een glimlach niet kan onderdrukken, maar hij heeft een serieuze oplossing.
‘Bij het hotel misschien.’
Ondertussen, haar afwezigheid duurt me te lang, word ik ongerust. Meisje van zes op zondagochtend in de stad… Ik open de voordeur en zie haar niet. Muizenissen maken een web onder mijn nog ongekamde haren.
“Oma, ik heb eitjes. Het hotel was open!’ Een glimlach van oor tot oor, met twee hemelsblauwe ogen toont ze mij haar oogst.
Zes minuten later staan er warme eitjes op tafel onze keukentafel, zit er een glunderend koppie tegenover mij.
‘Ehh, Micki. Naar het hotel?’
‘Ja, natuurlijk want er staat WELKOM op de deur. Ik dacht, daar kan ik gewoon naar binnen’.
Nu zwijgt iedereen, oma verslikt zich bijna, opa roert maar even in zijn koffie, tante wendt haar blik af en de mama glimlacht. Hier hebben we geen volwassen antwoord op. Samen ontbijten we nog lang en uitgebreid.
Wij, opa Rick en oma Willie prijzen ons gelukkig in een straat waar eitjes op een vroege zondagochtend te leen zijn.
Zomaar, midden in een binnenstad die Gouda heet.

Willie 17 november 2010

This entry was posted in In en om de Keizerstraat, Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

2 Responses to Eieren in de Keizerstraat

  1. Bart says:

    Dag mevrouw, via een link van de site van Rogier ben ik hier “verdwaald”. Wat schrijft u ontzéttend leuk. Compliment waard!

  2. willielek says:

    Dag Bart,
    Laten we maar zeggen, de appel valt niet ver van de boom!