Mijn grote kleine neef

In het GoudA museum is hij helemaal in zijn element. Mijn grote kleine neefje uit mijn geboortedorp.
Zijn opa, mijn jongste broer, en ik woonden op hetzelfde erf vanwaar hij nu dagelijks ‘dag mam’ roept, wanneer hij gewapend met een portie zelfvertrouwen en een beker drinken wegfietst naar school. Zijn solide habitat bestaat uit planten en chrysanten, uit bloemen en groenten, uit neefjes en nichtjes, uit bonen en dromen. Vooral het laatste: uit dromen.
Mijn grote kleine neef heeft dromen bij de vleet, zoveel dat ik ze niet in een weekend kan waarmaken. Ook zijn papa en mama niet, ook zijn opa en oma niet, ook zijn broertje niet. Ooit moet hij dat zelf gaan doen, maar eerst nog even met de hulp van iedereen die hem lief vindt. Dat is overigens niet zo moeilijk, hij is zachtaardig en goedmoedig, attent en nieuwsgierig.
In het GoudA museum is hij dus helemaal in zijn element. Terwijl ik al tientallen keren voor een schilderij heb gestaan, geeft hij mij nieuwe perspectieven.
‘Tante Wil, ziet u die kaars? Enne, dat lijkt wel een kip. Of is het een toch een haan?’ We glimlachen saam een beetje, want hij en ik weten wel beter. Onze gezamenlijke geboortegrond kent geen onduidelijkheden als het gaat om aardse zaken bij alles wat groeit en bloeit. Bij de middeleeuwse afbeeldingen van Bijbelse onthoofdingen en andere ongemakken griezelt hij. En tijdens onze lunch, voor mijn gast een runderbouillon, komt de vraag waarom ik eigenlijk vegetariër ben. Zal ik nu als oude tante een verhandeling gaan geven over het wel en wee van kippen, koeien of varkens? Ik besluit het te gooien op de aantrekkelijkheid van groenten en noten. Hij beaamt, want zijn opa heeft een overvloedige groentetuin, een Hof van Eden met zoals daar zijn pastinaak, bonen en bieten. Zichtbaar geniet hij, maar dan betrekt zijn gezicht ineens. Logisch, want er komt een droeve boodschap:
‘Mijn knuffelkonijn is in de vla gevallen. Gele. Mama kon hem niet meer wassen. Nu heb ik een nieuwe.’
‘Goh.’
‘Ja, dat was niet zo best.’
Na deze constatering rekenen we af; tot groot genoegen van neefje was de rekening verstopt in een heel klein juwelendoosje op vier Louis Quinze pootjes, overdadig bestrooid met glitter en glinster.
Dan staan we ineens buiten, in de stromende regen die striemt door de harde wind. In de oude nauwe steeg tussen het museum de Sint-Janskerk vliegen de grote bladeren van de stadse platanen ons om de oren. Vervolgens oppert hij, mijn dorpse neefje met dikke druppels op zijn jack, dat je in een stad beter kan zien dat het herfst is, want er staan bomen. Tja.
Even later is ie muisstil, overdonderd door de grootte van de Goudse Glazen. We zijn in de kerk en staren omhoog. Op school stond in zijn geschiedenisboek weliswaar een spannend verhaal over deze glas-in-lood ramen die in de oorlog verstop werden, maar dat ze zo groot waren….
We lopen door het immense godshuis en zo hier en daar vertel ik wat ik weet. Dieren op de ramen zoeken we. Er zijn duiven, honden en soms een kat. Ook wel slangen en herten. Symbolen die hij gaat uitleggen bij zijn spreekbeurt.
Dat we wandelen over graven en dat we de tekst op de grafstenen ook nog kunnen ontcijferen is voor mijn gast een nieuwe sensatie.
‘Gewoon in de kerk?’
‘Ja, gewoon in de kerk. Nou ja, gewoon, in de kerk was alleen plaats voor mensen met veel geld. De armen werden buiten begraven.’
‘Gelukkig wordt bij ons nu iedereen buiten begraven’.
‘Ja joh, gelukkig maar, dat geld daarin geen rol meer speelt.’
‘Ons konijntje ligt ook in de tuin’.
‘Was die dan niet rijk?’
Hij kijkt me eens aan, denkt er het zijne van. In de kleine souvenirwinkel verzamelen we zo veel mogelijk kaarten en folders voor zijn –vast uitmuntende- spreekbeurt in groep 8.
Succes, grote kleine neef!

Willie,
24 oktober 2010

This entry was posted in Familie. Bookmark the permalink.

One Response to Mijn grote kleine neef

  1. Ik vond het een heeel leuk verhaal.
    En alles wat er in stond klopt ook dat is wel leuk.
    Ik vond het heel leuk dat u er een verhaal over heb gemaakt!

    groetjes en XXX van: Robby en groetjes uit de kwakel