De Marlborostrooiers

Ik kom er niet meer onder uit: mijn fixatie op de lege pakjes Marlboro, achteloos rondzwervend in onze straat, onze stad, andere straten en andere steden.
Het begon een ruim half jaar geleden toen vanonder een vers laagje sneeuw een vurig rood pakje zijn kop op stak. Het was op een donderdag, de KNMI, de ANWB, de NOS, kortom de hele ratteplan van nieuws- en verkeersdeskundigen sommeerden Nederlanders thuis te blijven. De treinen zouden vastlopen in opgewaaide sneeuwduinen. De snelwegen zouden veranderen in skibanen, waar de zoon in Frankrijk jaloers op zou zijn.
De fietspaden zouden alleen begaanbaar zijn met ski’s of sleetjes. De verkeerslichten zouden door donzige neerslag slechts een romantisch schijnsel kunnen geven.
In de ochtenduren was onze straat in een splitsecond veranderd in een witte wonderwereld, verstoken van elke herinnering aan ons jachtige bestaan. Sneeuw op de stoep. Sneeuw op de hondenpoep. Sneeuw op de lantaren en sneeuw op de groencontainer. Overal en allemaal rust, de sneeuwdeken deed zijn werk. Geen straatvuil te bekennen.
Toen in de middag de dooi met rasse schreden naderde besloot ik het erop te wagen, gewapend met eeen skistok stapte ik door centimeters dikke sneeuw. Langs de Goudse grachten, richting Markt. Mijn schoenen knisperden, een mooie afdruk bleef achter in de sneeuw: Meindls maat 38. Nog voor de avond viel -de zon ging weer schijnen en mijn schoenen mochten ingevet drogen- verdwenen mijn sporen. Als sneeuw voor de zon.
Maar aan mijn stok prijkten, ongewenst, drie lege pakjes Marlboro. Wat een nonchalance van de toch zo stoere Marlboroman!
En ja, lege pakjes Marlboro, altijd en overal.

This entry was posted in In en om de Keizerstraat, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.