Theo

Soms een man van weinig woorden. Dan keek hij naar je, eigenlijk vermoedde je al wat hij wilde zeggen. En als hij iets zei, waren zijn zinnen nooit van lange lengte. Eerder werden zijn boodschappen doorgegeven in korte -nu noemen we het quotes- opmerkingen. Zijn stille aard veranderde wanneer ik belangstellend en nieuwsgierig vroeg naar bijvoorbeeld de stand van zaken met betrekking tot het vetgehalte in de melk. Vroeger ooit een kenmerk voor een goede boer – het was in de tijd van- ‘Met Melk Meer Mans’. Nu met Sonja Bakker en andere slankgoeroes een uitermate kwestbare zaak. Dan maar vragen naar het rapport over de reinheid en de hygiene van die ‘Witte Motor’. Trots wanneer er een oorkonde kwam van TopBoer.
Tienduizenden liters zullen er het erf af gegaan zijn. Bijna veertig jaar geleden, toen ik mijn eerste stappen zette op dit boerenerf om te vrijen met de derde zoon, stonden bij de ophaalbrug elke ochtend en elke avond een batterij melkbussen. Eerst goed geboend, met bleekwater herinner ik me. Een zeef met een groot uitgevallen filterzak er boven op, en hups: alle melk vanuit de melkemmer in de grote zilverkleurige bus. Veertig liter kostbaar vocht. Klaar om vervoerd en verwerkt te worden. Elke dag tien bussen ’s morgens en hetzelfde aantal ’s middags. De melkrijder, met de klok gelijk, zwaaide met een reuze zwier alle bussen op zijn auto een reed vrolijk naar de volgende boerderij. Het was een kleine schande, wanneer de melkvervoerder er al stond, en de koeien nog niet leeg gemolken waren.
Het dorp zou er over kunnen praten….
Het was ook de tijd van de overgang van de stastal naar de loopstal. De runderen niet meer vast aan een paal, maar loslopend in een soort sporthal. Ongecontroleerd. Het moet voor de oude generatie een doorn in het oog zijn geweest. Staarten niet meer met een touwtje omhoog, zodat de reinheid verzekerd is: het bedje van verse stro, voor elke koe apart. Voor Sophie 1 en 2. Voor Catharina 1. Voor Dora 3. Namen en nummers als achterhaalde memories.
Gelijk met de loopstal kwam er een klein fabriekje in een grote kuil. Geen zitkuil. Op de boerderij is er de melkkuil. Grote slangen, blinkende knoppen, kopenen kranen, gepoetste emmers, gereinigde zuignappen. met de loopstal kwam er een klein fabriekje in een grote kuil. Geen zitkuil. Een melkkuil. Koeien gaan machinaal gemolken worden. Gelukkig bleef het spenenvet in gebruik. (Het ruikt namelijk zo lekker)
In deze tijd van revolutionaire veranderingen van het boerenambt trouwde Theo met zijn jonge bruid. Samen bewandelden zij, tree voor tree, de filosofie van de voortuitgang.
De hooiberg, de speelplek voor menig kind uit de familie, bleef lange tijd een statussymbool.
-Genoeg- hooi als een voorraad voor de winter.
-Veel- hooi als statussymbool voor een goede boer.
-Meer- hooi als handelswaar.
De tijd van “hooien”, midzomers, schrijven we ook bij de memories. Wetenschappenlijk onderzoek en de praktische aard van de boer hebben het kuilen van het gras ontdekt. Geen slopende warme dagen meer in de zon, geen angsten meer voor donder en regen, maar gewoon snel maaien en oogsten: rauw gras opstapelen, plastic erover. De ‘kuil’ is geboren. Geen droog voer meer in de winter met de zo vertrouwde geur van hooi, maar de indringende odeur van gistend gras. Wel zo gezond voor alle koebeesten. Misschien belangrijker nog: minder arbeidsintensief voor de boer. Time is money. Ook in het boerenbedrijf.
Vrijdag 23 maart 2007.
Twee kruiwagentjes staan in de kerk. Een met bloemen en een een met hooi. De pastor vraagt waar de bloemen geplukt zijn. Domme vraag.
“In opa’s tuin”. Tuurlijk.
Het rode kruiwagentje bulkt over van het hooi. Mijn neusvleugels trillen. De geur van weleer. De geur van hooi. De geur van vertrouwdheid. De geur van voorraad: zeker weten dat er ook morgen nog genoeg is. Herinneringen stapelen zich op achter mijn oogleden. Het zijn er zoveel. Samen met mijn tranen vinden zij een weg naar de hand die mij nu vasthoudt. In een waas hoor ik: “Het is goed om in je geest altijd een deurtje open te houden, zodat herinneringen naar binnen kunnen komen”. Deze pastor heeft gelijk!
Vrijdag 23 maart 2007
Het is guur en koud op het Kwakelse kerkhof. Wij hebben daar reeds eerder afscheid genomen van vaders, moeders en zwagers.
Vandaag van Theo.
Hij stoeide zo graag met zijn kleinkinderen in de hooiberg. Aangemoedigd door de pastoor en door hun ouders gooien kleinkinderen nog een keer handen vol hooi naar opa.
Nu belandt het op zijn kist, kinderen spelen het spel…

Willie, 28 maart 2007
www.willielek.nl

This entry was posted in Familie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.