Pas op, daar komt een slak aan!

Behoedzaam ingepakt om de vrieskou te weerstaan lopen Micki en ik kloek langs het riviertje in het dorp waar wij voor een skivakantie verblijven. Haar tweejarige beentjes zijn in een, op de groei gekochte, gore-tex broek verpakt, haar wollige donzen jas maakt van het frele meisje een ware Nana.
Het franse dorp is de thuisbasis van de jongste zoon en zijn vriendin. Hun gastvrije huis herbergt deze feestdagen zussen, vrienden en partners van divers pluimage. Lief en ik hebben toevlucht gezocht tot het hotel aan de overkant. Weg van het drukke huisgezin slapen wij ongestoord in “La mairie”, maar zo gauw de wekker afgaat spoed ik me naar de overkant en voeg me bij de bedrijvige ontbijtfamilie. Zij zijn al bij de plaatselijke boulangerie geweest en de croissants verdwijnen als sneeuw voor de zon. De franse koffie pruttelt, de onvermijdelijke kazen worden kieskeurig bekeken, geproefd en soms aan hun lot overgelaten. Gelukkig is er op tafel altijd een voorraad confiture, zo ijverig gemaakt in de warme maanden. Kilo’s bramen, frambozen, bosbessen, abrikozen en bessen zijn geplukt, gewassen, gekookt en onder een schoon dekseltje opgeborgen tot de wintermaanden zich aandienen.
Ineens, alsof door wespen gestoken, is het gebeurd met de onbijtrust, ontstaat er een drukte van belang. Benen zoeken de juiste ski-schoenen met evenzoveel ski’s. Handen zoeken handschoenen, ogen de zonnenbrillen. Wie weet waar wat is, ligt of verstopt is.
Negen volwassen wintersporters op zoek naar hun eigendommen. Kom er maar eens om. Ik bekijk het van een afstand en kan nauwelijks mijn moederlijke neigingen onderdrukken. Toch wel wijs geworden door de jaren heen ga ik me slechts bekommeren om mijn eigen verse kopje koffie.
“Lagen mij handschoenen niet bij de kachel?”
“Weet jij waar mijn bril is?”
“Waar zijn toch de autosleutels?”
Maar dan ook weer ineens, als een donderslag aan heldere hemel, tuffen twee auto’s afgeladen vol richting skipiste. Het lege huis dreunt nog na van de verontruste zoektochten maar ook van de verwachtingsvolle spanning van weer een nieuwe dag in de sneeuw.
In deze stilte besluiten Micki en ik dus te gaan wandelen. Als ik me vergewist heb van genoeg warme kleding voor het kleine meisje, dan stappen we rookpluimpjesblazend het huis uit.
De rivier lijkt helderder dan in de zomer, een ijsblauwe lucht weerkaast de koelte. We lopen langs de oever, de maan, niet verscholen achter wolken, blijft op deze heldere winterdag zichtbaar. Micki is een fan van de maan, ik word geattendeerd op het feit dat de maan “is-ie niet helemaal rond”. Nee, Micki, eigenlijk jammer, want dan mag je een wens doen. Alhoewel: zou ik nog iets te wensen hebben?
We rapen stenen en steentjes, natuurlijk belanden deze met een ploep en een plons in het klitsende water. Ploep en plons. Pok, klets en pleks. Samen geven we namen aan het geluid van stenen die we in het water gooien.
Een leeg slakkenhuis, groot van formaat, raap ik op en vertel haar over slakjes en zomer. Deze trofee gaat na enig gefrons toch in haar rugzakje en nietsvermoedend wandel ik voort. Hand in handje. Ineens versnelt mijn wandelmaatje haar pas en deelt me ontzet mee: “Oma, pas op, vlug daar komt een slak aan!” Tja.
De volgende dag worden rollen opnieuw aangenomen, verdeeld en bekeken. Skiers, thuisblijvers of uitrusters! Ik behoor vandaag tot de skiers. De lange latten bekoren me vooral op groene pistes. Noch de blauwe, noch de rode behoren tot mijn doelgroep. En zwart is ver buiten mijn inbeeldingsvermogen. Toch, aangemoedigd door zoon en man, sta ik ik daar ineens HEEL erg boven op een top van een berg. Een adembenemend uitzicht, dat wel. Maar ook een adembenemende afdaling: hier, hoog -ook nog in een sneeuwstorm- met zover als ik kijken kan, de kleur blauw om me heen. Ik kan niet anders dan gaan. Heel langzaam overwin ik mijn angst en de hoogtemeters: skietje voor skietje. Eenmaal veilig tijdens de apres-ski suist het zinnetje van Micki -“Pas op, daar komt een slak aan!”- nogmaals door mijn hoofd, ik glimlach om deze herinnering van gister, maar ook om mijn ‘stoere’ afdaling van vanmiddag.
De warme wijn doet de rest…

Willie, 13 januari 2007

This entry was posted in Kinderen, Kleinkinderen, Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.