“Kleur moet je doen”

Onze straat, de Keizerstraat, bestaat uit oude en nieuwe huizen, grote bomen, stoeptegels voor de passanten, klinkers voor de auto’s, parkeerpalen voor de ruimte, grote bomen om de seizoenen te vieren. Daarnaast zijn er lantaarnpalen die de nacht verdrijven, die de maan en sterren een handje helpen, zodat de bewoners veilig thuis komen. Onze deuren en kozijnen zijn gekleurd in Pruisisch blauw, Rotterdams rood of in Drents bruin. Soms was de verfkwast groen, de kleur van rust of een tikkeltje weemoed. Naast al dat moois hebben we ook plantenbakken in de straat. Armetierige kolossen, dof grijs, overigens wel gevuld met heldhaftige struiken die menig vijandige aanvallen doorstaan. Droogte in de zomermaanden, kilo’s foutief-grof-geplaatst vuil op de maandagen, nattigheid in de herfst en avontuurlijke kinderhanden….
Links en rechts in onze straat worden ruim 100 voordeuren genummerd. Achter deze deuren wonen grote gezinnen, jonge families, alleen-ers, verliefden, mannen en vrouwen. Jong en oud. Met pensioen, met een VUT, met een uitkering of met een salaris. We hebben veel “straatkinderen”, zij slapen hun slaapje in de buggy terwijl hun moeders even kouten, in Tamazigh, Somalisch of in Nederlands. De schooljeugd roetsjt met step en fiets in ongelooflijke snelheid door de straat. Gelukkig weten zij zich veilig, overdag is er nauwelijks verkeer. We wonen hier allemaal: diep gelovigen, overtuigde socialisten, vrolijke liberalen, stoere ondernemers, strakke sportfanaten, bonkige arbeiders, slimme uitvinders, ludieke schrijvers, trouwe ambtenaren, gevleugelde kunstenaars, geduldige archeologen, van ver gekomen allochtonen en de autochtoon. We kennen elkaar soms bij naam, soms van gezicht. “Goede morgen”, “Mooi weer vandaag”, “Wil je deze week op onze planten passen?”. Gezinnen met kleine kindjes vormen groepjes rond hun eigen thema: oppassen. Vriendschappen ontstaan, zaken worden straatzaken, en besproken. Bij tijd en wijle worden plannen gesmeed: de plantenbakken zijn dit keer het onderwerp. Want, grijs en grauw doen zij ongetwijfeld hun best om onze straat op te fleuren. Dat het niet lukt, het is hen niet aan te rekenen. Ze hebben hulp nodig, zonder twijfel.
Gelukkig is er de optie om geld te vragen. “Goudaontmoet” heeft een kistje met geld om straat en buurt kleurrijk te laten stralen in alle kleuren van de regenboog. In alle kleuren van mensen, onze straat rijk.
Stel: elke familie, elke wooneenheid offreert een kop of schotel. Een oude theepot of een kan. Een winkeldochter of een oudmodische vaas. Een ongebruikt eierdopje of een vleesschaaltje van oudtante. Een tajine of een theeglas. Dan gaan we met de Keizerstraatkinderen, getint, blank, donker of rozig, scherven maken. Misschien wel scherven van geluk.
We nemen lijm, we vragen een specialist van mozaïeken, en we gaan de plantenbakken, net als in Barcelona, opsieren met kleuren en herinneringen. We planten nieuwe struiken, kinderen adopteren een plantenbak. Mohammed en Ikke. Latifa en Stijn.
“Als je om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is”.

Willie Lek-Ruijsink.
12 september 2009

This entry was posted in In en om de Keizerstraat. Bookmark the permalink.

Comments are closed.