Afscheid

Er zijn zaken die ik helemaal niet goed kan. Met stip: afscheid nemen. Ik breng geen kinderen naar Schiphol, die een jaar in het verre Amerika gaan wonen. Ik zwaai niet uit als een studie “abroad” gevolgd gaat worden. Ik heb het wel geprobeerd, zeker wel, met gevolg dat ik ruim een week leed aan hartkloppingen waar een chirurg grijze haren van zou krijgen. Als kleinkinderen voor een paar weekjes de oceaan over vliegen, ik kus en knuffel het liefst gedag op een gewone maandagmorgen, zo stilletjes mogelijk in de achtertuin. Een reis naar het Frankrijk van zoonlief is altijd een feest, maar het adieu sla ik, als ik het even kan, over.
Afscheid nemen is een bijzonder fenomeen. Ik besef me dat het alleen pijn doet wanneer er iets waardevols achtergelaten wordt. Daar ligt ook de crux: “alles van waarde is weerloos”, Lucebert verwoordde het al. Afscheid nemen is weerloos voelen, is een verdrietig gevoel van herinneringen, soms met tranen. Ik wen er nooit aan.
Gelukkig ben ik niet de enige met een aversie tegen afscheid nemen, wanneer ik het woord afscheid op mijn Mac tik verschijnen er honderdduizenden gedichtjes, zegwijzen, spreekwoorden, goedbedoelde adviezen of hartenkreten. Niet van die vrolijke! Ook ben ik niet de eerste met dat ambivalente gevoel, dat afscheid nemen heet. Lang voor Google het daglicht zag schreef Elise van Heyking (1903), dat het leven voortdurend afscheid nemen is.
Ergo, ik neem elk schooljaar afscheid van grote groepen mensen”kinderen”. Al zo’n 40 jaar lang. Zoals gezegd, wennen doet het nooit. Ooit zwaaide ik schoolkinderen, in de maten 168 en 172, uit. Later taalstudenten met fikse krassen op hun ziel, vluchtelingen die mij bombardeerden tot hun enige houvast in hun onzekere bestaan. Murw door de ruwe scheiding van hun geboortegrond en alles wat hen dierbaar was, lieten zij het toch maar weer voor wat het was. Gelaten namen zij eind juni hun certificaten in ontvangst en keken mij met lege ogen aan. En dat deed ook weer pijn.
In Gouda komen dit jaar een twintigtal studenten, zij zijn niet meer zo ‘piep’, elke week naar mijn lessen. Lessen vol met wetenswaardigheden, muziek, actualiteit en zaken die er toe doen. We diepen we veel lief en een beetje leed uit. We spelen met krachten, we discussiëren, we luisteren, we lachen, we begrijpen, we presteren, we geven elkaar de ruimte. We verwachten, we denken, we zijn onder de indruk, we respecteren. Er waren gefundeerde overtuigingen, afgewisseld met vrolijk populisme.Veertig weken lang, lessen balancerend op kennis en groei.
Nu is het juli. De kalender liegt er niet om: zomervakantie lonkt, afscheid nadert met rasse schreden.
Wordt het een kus, een handruk, een knipoog? Een kil bewijs van deelname of een rapport? Kan een briefje zeggen wat er ‘was’ dit jaar? Denk van niet. Er waren tranen, ook lachsalvo’s. Er waren ruzies en oplossingen. Er waren onverwachte hobby’s en vaardigheden. Er waren zuchten en knipogen. Er was saamhorigheid en baldadigheid. Vanavond, tijdens onverwachte tropische uren bemijmer ik de groep van het afgelopen jaar:
Een damestudent die fietst dat het een aard heeft, een die graag reist. Een dame met leeshonger, de ander borduurt. De een houdt van zeilen, de volgende volgt de mode op de voet. De een heeft een heel grote mantel als verzorgster, en weer iemand heeft gewoon altijd pijn. Een bedeesde cultuurkenner en een onverzettelijke milieuactiviste. Soms is iemand eenzaam, soms worden kleinkinderen bij bosjes geboren. Heel af en toe laten kinderen het afweten of is een echtgenoot onherstelbaar ziek. Er is een kippenhoedster en een chique kunstkenner. Een schoonheidsspecialiste en een erudiete weduwe. Er is een levensgenietster en een bedachtzame lady. Een ambitieuze Zonnebloemvrijwilligster en een liefhebster van musicals. Er is een Stille Kracht en een genereuze oppasoma. Er is een onverschrokken koorzangeres en een tulpenvrouw. Kortom: er is zoveel, eigenlijk teveel om afscheid te nemen.
Ik sluit me aan bij de fransen: Partir c’est mourir un peu.

Willie,
(als docent Kennis van de Wereld, ID-College, Gouda)
30 juni 2009

This entry was posted in werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.