De brochure

‘Kat in bakkie’, mijmer ik, terwijl ik op mijn fiets een weg baan tussen de scholieren. In colonnes willen zij ook hun doel van die ochtend bereiken: op tijd zijn voor het eerste lesuur. Ondertussen schallen verhalen over mode, lipstick, jongens, iPods en leraren over de Bloemendaalseweg. Of over meiden, voetbal, weed, huiswerk en niet begrijpende ouders. Ook moeten ze nog letten op hun tassen, bungelend aan hun stuur. Tassen met veel bloemenprints of met highlights uit de sportscène. Rugzakken lijken niet meer van deze tijd, zo schijnt.
Ik besluit rustig te peddelen, allereerst om mijn gedachten over de aanstaande ochtend vrij spel te geven. Daarnaast is het veiliger om niet in te willen halen, nog minder om te wijzen op het feit dat een zestiger zo ook een plekje wil op een fietspad…. De onbuigzame werkelijkheid fietst voor me: zij gedragen zich recalcitrant. Bekertjes en blikjes belanden in het struweel en het, met zorg samengestelde lunchpakketje van mams, wordt voer voor de eendjes. Turbulente pubers zijn van alle tijden, met maling aan grijs of gerimpeld. Diep in mijn hart blijf ik loyaal aan hen. Ook al is de praktijk dat ik deze vroege morgen later aankom dan gehoopt, het zij zo.
Mijn klaslokaal loopt vol. Dames en heren van middelbare leeftijd, iets jonger of iets ouder, zijn verwachtingsvol. Het lesuur “Kennis van de Wereld” op het IDcollege wordt vandaag vereerd met een bezoek van de wethouder. Marco Kastelein wel te verstaan, de Goudse man van milieu. Voor de tweede keer bezoekt hij onze groep. Vorig jaar nodigden wij hem uit, dit jaar kwam het initiatief aan de andere kant. Met een trotse glimlach om mijn mond heet ik, even na negen uur, de wethouder welkom. Ik vertel daarna uit het dagelijkse leven van mijn cursisten:
-Wij zijn nog wel eens moe van de lege blikjes op straat, van de kapotte bushokjes, de kauwgom op de stoepen. Van de rommel rond pullenbakken en van wat al niet. In elk geval van veel. Van overhangend groen of van helemaal geen groen. Van donkere steegjes of juist van te heldere gebouwen. Van hondenpoep en van ‘vroegevuilnisbuitenzetters’. Van geklieder rond groencontainers en van gekladder op muren. Kortom: het alledaagse milieu laat nog wel eens te wensen over.-
Ik ken mijn pappenheimers, zij willen het graag gezegd hebben, maar bukken zelf voor een propje of prulletje. Zij scheiden plastic van appelschillen en kieperen welgemeend de lege Chablis in de glascontainer. Wassen met een overvolle trommel en vegen hun eigen stoepje. De hond in de goot en de fiets van stal.
Dat is het begin, een fiks begin, een mooi Gouds begin, maar wethouder Marco wil meer, daarom is hij hier. Want naast het omgevingsmilieu is er het wereldmilieu. Ver van ons bed en moeilijker te overzien. Bomen, teveel gekapt. Dieren, teveel opgesloten. Vliegtuigen, teveel kerosine. Water, teveel verbruikt. Gas, teveel verbrand. Fabrieken, teveel afval. Auto’s, teveel CO2. Klimaatsverandering tot gevolg.
Om inwoners van Gouda, en ons speciaal, een handje te helpen om onze footprints te minimaliseren, overhandigt hij vandaag een mooie brochure*). En niet zomaar een. Een bundel met aanbevelingen die belangrijk zijn voor de ganse wereld, maar die we zelf, zonder schijnbare moeite, kunnen uitvoeren. Ook antwoorden op de vraag van vorig jaar: “Maar wat kunnen wij dan doen?” zijn verwerkt en serieus samengevoegd, met tips een aanbevelingen voor het milieu van alle dag. De lay-out is aantrekkelijk, niet miezerig of triestig.
Zo willen we allemaal wel bij de ‘club’ horen. Een club met visie, een club met integriteit. Milieu als kennis. Milieu als waardigheid. ‘Kat in bakkie’.
En nu nog de puberende fietsers van vanmorgen.

Willie Lek-Ruijsink
22 maart 2009

*)
Brochure:
“Wat jezelf kunt doen tegen klimaatsverandering”
Uitgave: gemeente Gouda

This entry was posted in werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.