Familiestreepjescode

Zondag gaan wij uit eten, zussen en broers, alle acht. De broers bleven op de geboortegrond, de zussen zochten en vonden hun heil elders. Terwijl de meiden uitwaaierend gestalte gaven aan hun leven, en zoals gezegd de mannen rondom het erf bleven, werden we allemaal bekwaam in het accepteren van verdrieten en tegenslagen. Gepokt en gemazeld dus. Maar bovenal zijn en blijven wij optimisten en doorzetters. We beginnen immer de nieuwe dag, en met allure!
Toen wij wezen werden, elf jaar geleden, besloten wij om elkaar minstens een maal per jaar te ontmoeten. Onder het genot van spijs en drank, verhalen wij van vroeger en weten ludieke herinneringen telken male met verve te vertellen. Aan het eerste geen gebrek, aan verhalen en herinneringen nog minder. De oudsten weten nog van de oorlog, van de angst. Van de pastoor en van de soldaten. De middelsten weten van de vreugde van de begeerde vrijheid. De jongsten, tja. Zij baadden in een relatieve weelde en ongebondenheid, een pick-up of een echte nieuwe fiets waren hun deel.
Mijn moeder, geboren in 1909, toen de vrouwen nog geen kiesrecht hadden, zou met een trotse glimlach haar achttal zien aanschuiven aan de jaarlijkse achtmaartdis. Naast haar vele ideeën over werk en geloof, over decorum en “stand”, over trouw en barmartigheid, over ontwikkeling en scholing, had zij een torenhoog streven: haar gezin smeden tot een eenduidige streepjescode. Noem het maar het ‘harmoniemodel’. Dat wij als broers en zussen elkaar nog steeds herkennen maar bovenal accepteren in onze hobby’s, in onze visies en in onze werkzaamheden is door haar gefundeerd. Het respect voor elkaar lijkt ons aangeboren, gelukkig maar, want naast onze gezamenlijke bagage zijn we ook weer zo anders.
Mijn moeder, geboren in 1909, lag in een rijk wiegje. Zij had schoentjes en wit gesteven jurkjes met broderie. Pijpenkrullen en een heuse pop en wagen. In haar jeugd kostten een paar klompen 15 cent en een brood 20 cent. (Even omrekenen naar 2009 levert een vreemde uitkomst op: een paar klompen nu, voor het gemak, 15 euro, dan zou ons dagelijks halfje bruin en zonnepitwit nu rond de 20 euro schommelen. Pikant.) Later, toen haar familie de aandelen zag verdwijnen onder het gedender en gedonder van de Russische Spoorwegen werd een brood ook voor hen schier onbetaalbaar. De pop en wagen gingen de kast in, en de broderiemouwen moesten worden opgestroopt. Een pragmatische grondslag die ons, heden ten dage, alle acht nog kenmerkt. Aan de slag, doorzetten en overwinnen.
Mijn moeder, geboren in 1909, was even oud als Juliana. Trots liet zo ons zien, dat vrouwen aan het roer, met de koningin als voorbeeld, waardering konden oogstten.
Mijn moeder, geboren in 1909, was fan, avant la lettre, van de schaatssport. Nu weet ik wellicht waarom. In haar geboortejaar werd de eerste elfstedentocht gereden. Nog geen gekte in dat jaar, het leek meer op een reizend gezelschap op het ijs. Hijlkema, de voorzitter, gaf raad aan 48 met kranten gevulde gebreide truien: “Doe vooral in het begin rustig aan, want wie het eerst in Dokkun is, zou wel eens het laatst in Stavoren kunnen zijn”. Zijn profetische woorden werden bewaarheid.
Ook bracht haar geboortedorp, Ter Aar, enkele grote namen voort. Soms waren we in de verte familie van hen, zo leek het wel.
In mijn jeugd was er een strenge code voor huiswerk, eten en slapen gaan. Maar na enkele vriezige nachten veranderden de regels en kwam de grote doos van zolder, vol met doorlopers, gewikkeld in een oude doek, potjes vet en een slijpsteentje. Als je het trof mocht je nieuwe oranje banden kopen, verder pasten we altijd wel een schaats! Vertopt in een dikke sjaal en achter een keukenstoel op de sloot hadden we pret. Het klokje van gehoorzaamheid sloeg pas als de straatlantarens aanfloepten. Met rode konen achter een stapel avondboterhammen en met een hoofd vol verwachting naar bed. Hoopvol en dromend van nog een strenge nacht.
Mijn moeder, geboren in 1909, was ondernemend. Alhoewel haar wereld in het kleine dorp beperkt leek, gaf zij ons een bredere kijk op het leven mee dan menig andere opvoedster uit die tijd. Gebonden aan de moraal in de tijdspanne en situatie waarin zij leefde, kenmerkte zij zich niettemin als een visionair.
Mijn moeder, na 100 jaar, zou ons vandaag herkennen op de basis van onze familiestreepjescode, wij onderscheiden ons nog steeds…

Willie

8 maart 2009

This entry was posted in Familie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.