De wethouder

De dag kriekt nog, ik fiets naar mijn werk. Ik heb er zin in, we krijgen bezoek. Hoog bezoek, iemand die veel weet over het leefklimaat in Gouda. De cursisten en ik hebben al wekenlang gelezen, gedacht en gesproken over het milieu. Kranten naar de container, groen in de juiste bak. Flessen naar de recycling en oude kleding voor de tweedehands winkel. Verhalen van vroeger komen als vanzelf bovendrijven. Toen ‘milieu’ eigenlijk nog niet bestond.
Van moeders die nooit schoonmaakdoekjes kochten. Oud ondergoed was uitstekend geschikt voor het afnemen van het aanrecht, het soppen van de vloer of het stoffen van de vensterbank. Van moeders die de kunst verstonden om van oud brood de heerlijkste broodkoek te maken. Van moeders die met naald en draad de versleten sokken omtoverden tot bijna nieuwe anklets. Van moeders die de koffiefilterzakjes uitspoelden voor hergebruik. Van moeders, die slechts bij een peertje, tot diep in de nacht jassen van Pa omtoverden tot drie kleine kinderjasjes.
Van vaders die kranten in stukken van een half Aviertje knipten om verzekerd te zijn van papier na de toiletgang. Van vaders die ‘s morgens de kachel oppookten, de enige warmtebron in huis. Van vaders die vertrokken met een blikken luchtrommeltje met zes boterhammen onder de snelbinders. Van vaders die zo nu en dan vuurtjes stookten achter in de tuin om het afval te verwerken dat geen enkele andere functie meer had. Van vaders die oude fietsen oplapten en deze trots als verjaardagscadeau presenteerden.
Kom er nog maar eens om.
Van verbazing rollen we bijna van onze stoelen wanneer we over kilo’s afval per persoon lezen. Of over de kilo’s make-up op onze wangen. Of over de liters water hier en vooral daar. Daar in Afrika, daar in Indonesië. Schrik om onze harten over de statistieken van voedselverspilling en bodemmisbruik. En dan is er ineens boosheid.
Brommerigheid over het milieu in Gouda. Bomen worden gekapt, rommel ligt op straat, plantjes krijgen geen water. Ik kan het tij niet keren, ik heb geen antwoord. Zou de wethouder van milieu alle antwoorden hebben? Proberen kan ik altijd, niet geschoten is altijd mis, wie niet waagt, die niet wint: ik vraag hem of hij een uurtje vrij heeft.
Deze ochtend op mijn werk arriveert de wethouder en zijn medewerkster. Weken is er overlegd over de inhoud van dit vragenuurtje. Professioneel en verantwoordelijk als hij is, wil hij goed beslagen ten ijs komen.
Hij vertelt met allure, hij legt uit. Het geroezemoes onder de cursisten verstomd. Hij luistert en hij stelt gerust. Maar meer nog dan dat, hij is ook bezorgd en deelt onze angst voor de toekomst. Hij gaat voor de troepen uit in het bedenken van oplossingen en prestigieuze plannen.
Maar ook: hij telt de Goudse bomen, 22.000 duizend, en houdt het aantal constant. Zijn ogen twinkelen als hij vertelt over de bijzondere zwaluwen die Gouda rijk is. Van de kikkers die weer kwaken en de oevers die weer bloeien. Wapenfeiten die er niet om liegen.
Om tien uur wacht zijn volgende afspraak, hij vertrekt.
“Toppie, die man”, verzucht Ada vanaf de achterste rij.
Ik stem volmondig toe.

Willie,
28 juni 2008

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.