Fietstassen

wijde a willie

De weg van Leiden naar mijn woonplaats kent veel fietspaden. Kronkelig door het Zuidhollandse landschap, behoeders van eeuwenoude trajecten.
Ik fiets in een zwak winterzonnetje, nauwelijks wordt het licht vandaag. Flarden van wolken verduisteren mijn zicht op de grijze reiger die aast op een verlate kikker. Dat had ie beter in de zomer kunnen doen.
De temperatuur komt niet hoog, dat hoeft ook niet. Adem rookt als een sliertje pluim langs mijn wangen de nevelige polder in.
Het is zo’n dag waarop het leven eigenlijk stil hoort te staan, alles en iedereen in een verlate rust.
De fietspaden zijn niet breed, de natte takken van de wilgen ontwijken is nog een hele toer. Enkele dappere boterbloemen vertellen nog van een late, warme herfst.
Het is ook zo’n weggetje zonder richtingsgevoel: een kerktoren als houvast duikt nu weer eens links van me op en dan weer rechts. Uiteindelijk kom ik wel in Woubrugge, dat leert de ervaring.
Vandaag fiets ik niet alleen, alhoewel ik me afvraag wie er op een woensdagmiddag om twee uur tijd heeft en zin heeft om zich in deze donkere woensdag te begeven.
Voor mij is het gaan van en naar een werkplek. Maar voor mijn tegenliggers?
In de verte doemen zij op. Een felgekleurd groepje mannen. Mannen van mijn leeftijd, dat wel. Als zij naderen neem ik dure kleding waar, geweldige fietshelmen, gelederde handen en oortjes waar hoogstwaarschijnlijk enkele klassieke tonen uit komen. Kilometertellers, hartslagmeters en wat al niet meer: het zijn rijdende computertjes.
Fietsen, dat doen ze. Uit hobby, uit verveling, uit sociaal event, uit doktersvoorschrift, uit angst voor het steeds maar oprukkende buikje. Zullen zij net als ook ook zo genieten van de reiger en de versluierde zon?
Tegenliggers, daar zijn mijn mannen goed in getraind. De voorste fietsmens heeft altijd de taak van omroeper, om het naderende gevaar te duiden. Om botsingen en glijpartijen te voorkomen van de voorovergebogen, soms bijna “blinde” achtervolgers.
“Paal in de weg!”
“Vrouw met hond!”
“Loslopende kinderen!”
Allemaal al eerder gehoord op mijn wandelpad langs de Wijde AA.
Vandaag schrijf ik een nieuwe roep bij mijn lijstje:
“Fietstassen!” En daar kan ik het mee doen.

This entry was posted in Reizen, werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.