De patat-ogen.

In de wachtkamer van HS in Den Haag scharrelt zij wat rond, het kleine meisje op wie ik elke week mag passen.
Bij het wekelijkse oppasritueel hoort ook een treinreis: Micki terugbrengen, zodat de papa en de mama nog enkele kwartieren extra rust hebben.
En het mag gerust een klein feestje genoemd worden, met dit dametje op reis in de grote mensenwereld.
Als zij naast mij zit op de bank, haar beentjes hebben nog de lengte van maatje 82, zit zij als een soort rechthoek. Kaarsrecht wel te verstaan.
In de reistas zit elke week de verrassing: rozijntjes in een doorzichtig rugzakje. Meestal zijn we in den Haag voor we er erg in hebben.
Soms sjanst ze wat met een medepassagier of speelt kiekeboe met vermoeide plechtige ambtenaren.
Haar tong heeft ze vandaag leren uitsteken van een aardige mijnheer op het station in Alphen aan den Rijn. Leuk.
In de trein raken wij de man kwijt. Gelukkig loopt hij langs bij het verlaten van de trein.
Micki begint, haar tong komt en haar oogjes flonkeren.
Later in de wachtkamer drentelt ze rond, stapje ver, stapje terug naar oma, weer stapje verder. Zo onderzoekt zij de wereld…. Da’s mooi, proberen, ontdekken en een beetje nieuwsgierige lef tonen maar ook weten dat er een veilige plek is.
“Lekker” krijgt de reiziger te horen die een mueslireep eet.
“Appeltje, appeltje” wordt gefluisterd naar een jongeman die zijn dagelijkse portie fruit verorbert.
Dan verschijnt er een dame. Een dame in een grijze lange mantel, met nog grijzere haren, geknoopt in een knotje. In haar linkerhand draagt zij een plastictas van het Haags museum. Haar rechterhand is gevuld met een bakje patat. “Patat zonder” zo te zien. Gelukkig maar.
De neusvleugels van Micki krullen wat om, begrijpelijk. Ze snuift nog eens de verleidelijke geur op en gaat onverschrokken op pad, richting dame.
Een knikje van verstandhouding geeft aan dat er wel een patatje van eigenaar verwisseld mag worden.
“Mmm, lekkerrrr” zie ik mijn kleinkindje denken en hoor haar stapjes versnellen richting de goudbruin gebakken buit.
Ineens is zij terug in mijn armen. Het duurt even voor ik begrijp wat er gebeurd is, waarom er rechtsomkeer is gemaakt.
De dame is gelovig en neemt enkele minuten stilte in acht, en bidt met gesloten ogen. Bidden voor de patatten. Tja.
Voor Micki is dan het contact verbroken: daar is ze nogal verbluffend consequent in. Geen ogen, geen contact; vooralsnog dan ook maar geen patatje.
Het gebed duurt maar kort, ogen openen zich weer aan de overkant en opnieuw gaat Micki vol overgave op stap om de zo begerenswaardige traktatie op te gaan halen.
Even later smikkelt zij trots en blij aan de patat-waar-voor-gebeden-is!

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.