Met mijn hele ziel en zaligheid las ik mijn kinderen het verhaal voor van ene Meneer Uil, die aan verdrietige zaken dacht. *) Daarom moest hij huilen. De tranen ving hij op in een pot en zette daar een geurige kopje thee van: “Traantjesthee”. Nee, het waren geen super tragische zaken. Het ging om potloodjes die steeds kleiner werden of een verloren gummetje. Geen echt chagrijn. Daarom: alles is relatief.
Ik spaar daarentegen vrolijke zaken, waarbij ik soms van puur geluk ook een traantje laat:
– Een conducteur op een station, die nog net even wacht op een passagier.
– Een deksel van een pot jam, die zomaar meewerkt.
– Een wasmachine die zelf “denkt”.
– Een goed advies van een kind.
– Een zus die onze nieuwe tuin komt bewonderen.
– Een kleinzoon die wekelijks vraagt of ik “snoepies” in mijn tas heb.
– Een caissière die kan hoofdrekenen.
– Een glimmende kastanje in een regenplas.
– Een schaar die goed knipt.
– Een kaart met een vrolijke postzegel.
– Een vers gestreken kussensloop.
Ik heb klaarblijkelijk tranen in overvloed voor een kopje “Vrolijkethee”.
Willie,
30 september 2024
*) Meneer Uil van Arnold Lobel