Hond in de pot.

Het is een superleuk feest. Met swingende muziek en lekkere hapjes. Gezellige mensen en flakkerend kaarslicht. Toppie georganiseerd, zelfs een loterij ontbreekt niet.

Een groot buffet staat in alle geuren en kleuren voor ons klaar. Gelukkig is in een vroeg stadium gevraagd of er eetwensen zijn.
“Jazeker, ik eet vegetarisch en lust geen vis. Zuivel en ei geen probleem.”

Na een glaasje wijn en vrolijk gebabbeld ga ik op stap naar een hapje. Mispoes! Een spreekwoordelijke kouwe kermis. Echt, het lijkt een wet van Meden en Perzen, dat de schotels met vegetarisch eten het eerst én het meest aftrek vinden. Wordt het opgeschept, en vooral smakelijk gevonden, als voorafje? Dat begrijp ik heus wel, want het is heerlijk.
Gaan de omnivoren daarna peuzelen aan een mals stukje kalf of een vers visje?

Ondertussen scoor ik slechts een bordje sla en een half stokbrood. De vegetarische lasagne schotel heeft de  bodem bereikt, de groenteballetjes in basilicumsaus zijn verdwenen. Die balletjes hebben, naar verluidt, het daglicht amper gezien.

“Tja, mevrouw, dat is allemaal op. Maar er zijn nog koteletjes genoeg. Wij hebben ons gehouden aan de opdracht.”

Moraal van dit verhaal:
Vegetariërs: Wees er als de kippen bij, pak een bord en schep op. Bescheidenheid en “laat anderen voorgaan” voert regelrecht naar een knorrende maag.
Cateraars: Zet een leuk piketpaaltje neer bij de gerechten voor mensen zoals ik. Bijvoorbeeld: “Niet voor alleseters” of  “Klaargemaakt voor vegetariërs.”
Tip twee: Maak meer schotels voor mij en mijn lotgenoten, want alleseters blijken écht alles te eten!

Willie,
24 oktober 2022

This entry was posted in Perspectief, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.